3.2 Franse Revolutie
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke gebeurtenis uit de Franse Revolutie zie je op de afbeelding?
A
De sluiting van de Staten-Generaal
B
De bestorming van Versailles
C
De bestorming van de Bastille
D
De onthoofding van Lodewijk XVI
Slide 2 - Quizvraag
Sleepvraag: ken je de drie standen?
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Adel
Boeren, burgers
Geestelijk-heid
Slide 3 - Sleepvraag
Oorzaken
Franse Revolutie
Franse Revolutie
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Hoe wordt de decadentie aan het hof duidelijk in dit stukje film?
Slide 7 - Open vraag
De Franse bevolking was ontevreden in 1789. Welke reden hoort er NIET bij?
A
hoge belastingen voor de derde stand
B
hoge graanprijzen en duur brood
C
de derde stand had geen inspraak
D
chaos en oorlog door de revolutie
Slide 8 - Quizvraag
Om welke reden riep Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen?
A
Hij wilde een begin maken met een democratie
B
Hij wilde belastingen invoeren voor de 1e en 2e stand
C
Hij wilde toestemming vragen voor een nieuwe oorlog
D
Hij wilde dat de standen konden meepraten
Slide 9 - Quizvraag
Waarom kwam er ruzie over de manier van stemmen in de Staten-Generaal?
A
Men stemde per stand en niet per persoon
B
Men stemde per persoon en niet per stand
C
Niemand mocht stemmen van de koning
D
De stem van de 1e stand telde dubbel
Slide 10 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de Nationale Vergadering?
A
De derde stand vormde dit nieuwe parlement
B
De Franse Staten-Generaal
C
De groep die de nieuwe grondwet moest maken
D
Een parlement van de 1e en 2e stand
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Over het verloop van de Franse Revolutie
2e fase
radicaal
1e fase
gematigd
De Terreur
Nieuwe grondwet
Standensamenleving afgeschaft
Robespierre
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat hoort niet bij de eerste fase (gematigd)?
A
Nationale Vergadering
B
grondwet
C
koning onthoofd
D
bestorming Bastille
Slide 15 - Quizvraag
Hoe komt de Verlichting terug in deze fase? (2 goede antwoorden)
A
Rijke burgers mogen voortaan meebeslissen
B
De koning heeft geen enkele macht meer
C
Slavernij wordt afgeschaft
D
Privileges van de 1e en 2e stand worden afgeschaft via grondrechten
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Waarom waren de vorsten van Oostenrijk en Pruisen bezorgd over de revolutie in Frankrijk?
A
Ze zijn bang dat de Franse koning wordt afgezet
B
Ze zijn bang voor een opstand in hun land
C
Ze zijn tegen de Verlichtingsideeën van de revolutie
D
Ze willen niet in oorlog raken met Frankrijk
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
De guillotine is bedacht door een....
A
beul
B
vorst
C
arts
D
filosoof
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel Fransen worden gedood onder de guillotine tussen 1793-94?
A
10.000
B
20.000
C
30.000
D
40.000
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Wat is de mening van de tekenaar over de Radicale Fase?
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
De radicale fase wordt ook wel 'de revolutie binnen de revolutie' genoemd. Waarom?
