Gelijkvormigheid

Gelijkvormigheid
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gelijkvormigheid

Slide 1 - Tekstslide

Gelijkvormige figuren hebben steeds...
A
dezelfde grootte
B
dezelfde vorm
C
dezelfde vorm en grootte
D
dezelfde oppervlakte

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Bij gelijkvormige figuren is de verhouding van de lengten van de overeenkomstige zijden constant. Deze constante noemen we ...
A
de gelijke factor
B
de evenredigheidsfactor
C
de gelijkvormigheidsfactor
D
het gelijkvormigheidsquotiënt

Slide 4 - Quizvraag

De gelijkvormigheidsfactor van DEF tov ABC is gelijk aan 1/10. Is DEF een vergroting of een verkleining van ABC?
A
Vergroting
B
Verkleining

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de gelijkvormigheidsfactor van de blauwe figuur ten opzichte van de groene figuur?
A
2
B
1/2
C
1
D
Het juiste antwoord staat er niet bij

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de gelijkvormigheidsfactor bij deze vergroting ?
A
factor is 1
B
factor < 1
C
factor > 1

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Twee vierkanten zijn ... gelijkvormig. 
Twee rechthoeken zijn ... gelijkvormig.
Een gelijkzijdige en een rechthoekige driehoek zijn ... gelijkvormig. 

soms
nooit
altijd

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de omtrek van rechthoek ABCD?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de omtrek van rechthoek EFGH?

Slide 11 - Open vraag

Hoeveel keer kleiner
werd de omtrek?
(Enkel met een cijfer antwoorden)

Slide 12 - Open vraag

Verhouding omtrek
omtrek EFGH         10 cm         1
_______________ = _______ =  ____
omtrek ABCD          20 cm       2

    
  

Slide 13 - Tekstslide

Verhouding omtrek
omtrek EFGH         10 cm         1
_______________ = _______ =  ____
omtrek ABCD          20 cm       2

    1
 ____ = k 
   2

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van rechthoek ABCD?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de oppervlakte van rechthoek EFGH?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel keer kleiner werd de oppervlakte?

Slide 17 - Open vraag

Verhouding oppervlakte
opp. EFGH                                    
_______________ = _______ =  
opp. ABCD                    

   
   
6cm2
24cm2
41

Slide 18 - Tekstslide

Verhouding oppervlakte
opp. EFGH                                    
_______________ = _______ =  
opp. ABCD                    

         =               = 
(21)2
6cm2
24cm2
41
41
k2

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het volume van de kleine kubus?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het volume van de grote kubus?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel keer groter werd het volume ?

Slide 22 - Open vraag

Verhouding volume
volume kubus 2                            
_______________   =              = 27
volume kubus 1               


                         
8216

Slide 23 - Tekstslide

Verhouding volume
volume kubus 1                            
_______________   =              =  27
volume kubus 2               


                         
8216
27=33=k3

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Als k = 4, dan wordt de oppervlakte van de nieuwe figuur 16 keer groter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Als k = 2, dan wordt het volume van de nieuwe figuur 4 keer groter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het volume als je de zijde van een kubus verdubbelt? 

Slide 28 - Tekstslide


Wat is de gelijkvormigheidsfactor bij deze figuren? 
A
k = 2
B
k = 3
C
k = 1/2
D
k = 1/3

Slide 29 - Quizvraag

Gelijkvormige driehoeken

Slide 30 - Tekstslide

Zes gelijkheden

Slide 31 - Tekstslide

Zes gelijkheden

Slide 32 - Tekstslide

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 33 - Quizvraag

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 34 - Quizvraag

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 35 - Quizvraag

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 36 - Quizvraag

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 37 - Quizvraag

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 38 - Quizvraag

Gelijkvormigheidskenmerken

Slide 39 - Tekstslide

Gelijkvormigheidskenmerken

Slide 40 - Tekstslide

Gelijkvormigheidskenmerken

Slide 41 - Tekstslide

Zijn de volgende twee driehoeken gelijkvormig of niet?
A
Ja
B
Neen

Slide 42 - Quizvraag