Checkvragen tijdvak 6

HET STRAATBEELD
  • De vroegmoderne tijd
  • 300 á 400 jaar geleden
Het straatbeeld in tijdvak 6.
Op markten wordt druk gehandeld in allerlei alledaagse en exotische handelswaren. Dit is het begin van het handelskapitalisme.
Schepen uit alle windstreken meren aan met ladingen vol handelswaar.
De rijkdom die handelaren hebben opgedaan wordt zichtbaar aan de luxe grachtenpanden die zij bouwen.
Op markten wordt druk gehandeld in allerlei alledaagse en exotische handelswaren.
Kunst en cultuur maken een opleving door de vergrote rijkdom van handelaren.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HET STRAATBEELD
  • De vroegmoderne tijd
  • 300 á 400 jaar geleden
Het straatbeeld in tijdvak 6.
Op markten wordt druk gehandeld in allerlei alledaagse en exotische handelswaren. Dit is het begin van het handelskapitalisme.
Schepen uit alle windstreken meren aan met ladingen vol handelswaar.
De rijkdom die handelaren hebben opgedaan wordt zichtbaar aan de luxe grachtenpanden die zij bouwen.
Op markten wordt druk gehandeld in allerlei alledaagse en exotische handelswaren.
Kunst en cultuur maken een opleving door de vergrote rijkdom van handelaren.

Slide 1 - Tekstslide

Checkvragen tijdvak 6

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 6:
Regenten en Vorsten

Slide 3 - Tekstslide

We zijn bezig met het tijdvak van Regenten en Vorsten. Welke eeuw hoort erbij?
A
De 15e eeuw
B
De 16e eeuw
C
De 17e eeuw
D
De 18e eeuw

Slide 4 - Quizvraag

Waar denk je aan bij het tijdvak "Regenten en Vorsten"?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Absolutisme
Geen absolutisme
Ik hoef niet te luisteren naar wat mijn volk wil
Ik heb gekozen ministers die mij adviseren.
Ik geef het belastinggeld uit zoals ik dat wil.
Ik mag geen beslissingen nemen als mijn ministers dat niet goed vinden. 

Slide 7 - Sleepvraag

De Nederlandse Republiek was bijzonder in de Gouden Eeuw omdat
A
Zij geen koning had
B
Vrouwen ook mochten stemmen
C
Zij heel veel handel dreven
D
Er tolerantie was

Slide 8 - Quizvraag

Wie bestuurde de Republiek in de Gouden Eeuw?
A
Regenten
B
Gewone burgers
C
Winkeleigenaren
D
Loonarbeiders

Slide 9 - Quizvraag

Van welke twee werd de Republiek rijk in de Gouden Eeuw?
A
Handel op de Oostzee
B
VOC
C
WIC
D
Walvisvaart

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 12 - Quizvraag

Wat was er nieuw aan de wetenschappelijke
revolutie van de zeventiende eeuw?
A
observeren
B
ratio
C
waarnemen
D
experimenteren

Slide 13 - Quizvraag

Dit is geen goed voorbeeld van de wetenschappelijke revolutie
A
Eigen waarnemingen
B
Alles voor waar aannemen
C
Experimenteren
D
Logisch nadenken

Slide 14 - Quizvraag

Wie hoort er niet bij de wetenschappelijke revolutie?
A
Christiaan Huygens
B
Isaac Newton
C
Antonie van Leeuwenhoek
D
Jean Jacques Rousseau

Slide 15 - Quizvraag

Bedenk twee gevolgen van de wetenschappelijke revolutie

Slide 16 - Open vraag