Aan het eind van deze week:
- Kun je een probleem-oplossingsstructuur, verklaringsstructuur, verleden-heden(-toekomst)structuur, argumentatiestructuur, aspectenstructuur, voor- en nadelenstructuur en vraag-antwoordstructuur herkennen
- Kun je een tekst opdelen in betekenisvolle eenheden en de functie van de eenheden benoemen
H1 + H2 + H5 + H6
Pak je laptop!