Quiz: Google Drive en Google Documenten deel 2
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke icoon betekent de optie spellingcontrole?
A
B
C
Slide 5 - Quizvraag
Hoe kun je samenwerken in een bestand?
A
Door het bestand te downloaden.
B
Door het bestand te delen.
C
Door het bestand te kopiëren.
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent lettergrootte?
A
De grootte van de letters. Dit kun je zelf instellen.
B
Een titel van het verslag.
C
De grootte van de letters. Dit kun je niet zelf instellen.
Slide 7 - Quizvraag
Welke icoon betekent de optie vet?
A
B
C
Slide 8 - Quizvraag
Waar of niet waar? Een opsomming is altijd 1 2 3
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Wat moet je doen om je document makkelijk terug te vinden?
A
Een korte naam geven aan het document.
B
Het document delen.
C
Een herkenbare naam gebruiken die je onthoudt.
Slide 10 - Quizvraag
Waar of niet waar? Als je geen naam in Google Drive gebruikt, krijg je een naamloos document.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat kun je met Google Translate?
A
Woorden en zinnen delen.
B
Woorden en zinnen vertalen.
C
Praten in een andere taal.
Slide 12 - Quizvraag
Waar of niet waar? Met Google Translate kun je ook afbeeldingen vertalen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar? Je kunt ook een woord inspreken in Google Translate.
A
Waar
B
Niet waar
