1. Je luistert naar mij
2. Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil3. Als ik je de beurt geef mag je praten en is de rest stil
4. Je werkt volgens mijn instructies en bent niet te luidruchtig, ook als je samen mag werken.
5. Als je niet werkt zoals ik verwacht zijn er maatregelen (Van plaats wisselen, eruitsturen etc.)