In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Zelfstandige burgers
Paragraaf 5.2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen paragraaf 5.2
Hoe ziet een Middeleeuwse stad eruit?
De Pest
Quivragen ter herhaling
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je herkennen en uitleggen op welke manier een Middeleeuwse stad werd bestuurd, je kunt herkennen en uitleggen welke voor- en nadelen het leven in een Middeleeuwse stad had.
Slide 3 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Kaart
Slide 6 - Tekstslide
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas
Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 7 - Tekstslide
Blij met de stad!
Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland.
In 1230 kreeg Zwolle van zijn landheer de Utrechtse bisschop Wilbrand van Oldenburg stadsrechten als dank voor hulp bij het bouwen van een burcht in Hardenberg.
Slide 8 - Tekstslide
Stadsrechten
Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen
Slide 9 - Tekstslide
Wie is de baas?
De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
Ze kregen advies van een raad.
De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten
Slide 10 - Tekstslide
Straffen in de Middeleeuwen
Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
...maar de meeste straffen waren geldboetes!
Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
'Een schopstoel was een strafwerktuig, waarop vagebonden, kinderdieven, overspelers enz. gestraft werden; het was een soort wip, waaruit men, met de handen op den rug gebonden, omhoog geslingerd werd (...) om daarna voor honderd of minder jaren uit de stad en haar rechtsgebied verbannen te worden."
Slide 13 - Tekstslide
Video
Histoclips: Stad in de Middeleeuwen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury
Slide 16 - Quizvraag
De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie
Slide 17 - Quizvraag
De schout, schepenen en burgemeester noem je ook wel ...
A
Magistraten
B
Heren
C
Rechters
D
Gemeenteraad
Slide 18 - Quizvraag
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 19 - Quizvraag
Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Waarom woonden mensen in de Tijd van steden en staten zo graag in een stad? Kies het juiste antwoord.
A
In de stad was het schoner dan buiten de stad.
B
In de stad was het rustiger dan buiten de stad.
C
In de stad was veel te doen. Zo waren er vaak feesten en markten.
D
In de stad kwamen minder vaak ziektes voor dan buiten de stad.
Slide 21 - Quizvraag
Rijke steden...met dikke muren
Steden waren interessant om te veroveren: ze waren rijk en lagen gunstig
Als steden stadsrechten hadden gekregen, mochten ze stadsmuren bouwen
Stadsmuren maakten de verovering van een stad vrijwel onmogelijk: de inwoners waren veilig!
De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren
Slide 22 - Tekstslide
Belegeren!
De enige manier om een stad te veroveren, was met een belegering
De legers van de aanvallende partij omsingelden dan de stad
Deze belegering kon maanden, soms jaren duren, en had één doel: uithongering, zodat de stad zich wel over móest geven.
Gaf een stad zich uiteindelijk over, dan werd de stad geplunderd en de burgers vermoord, verkracht en/of gemarteld.
Slide 23 - Tekstslide
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond.
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.
timer
3:00
Slide 24 - Tekstslide
Geef een korte omschrijving van een Middeleeuwse stad, zoals je in de afbeelding hebt gezien.
Slide 25 - Open vraag
Vind je dit een betrouwbare bron? Leg je antwoord uit.
Slide 26 - Open vraag
Mensen gooien poep en plas op straat. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Om de stad is een muur gebouwd waar een poort in zit. Was dat normaal in middeleeuwse steden
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quizvraag
Er lopen varkens door de stad. Was dat normaal in middeleeuwse steden?
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quizvraag
Een dodelijke ziekte...
De pestbacterie bestond al eeuwen in meren in China
De bacterie leeft in het bloed van de zwarte rat
Vlooien leven van het bloed van de rat en worden besmet met de pest
De pest zorgt ervoor dat vlooien niets binnenkrijgen, waardoor ze honger houden en op zoek naar nieuw voedsel gaan: het bloed van mensen.
Een besmette vlo brengt zo de pest over op mensen.
De pestbacterie, Yersinia pestis, 2000x vergroot.
Slide 30 - Tekstslide
De pest in Europa
In 1347 komt de pest aan in Europa: via de Krim naar Italië
Via de handel verspreidt de ziekte zich razendsnel door Europa
De viezigheid en het ongedierte in de middeleeuwse steden helpen ook mee in het ontstaan van de grote pestepidemie van 1347 tot 1351
Uiteindelijk sterft 1/3 van de Europese bevolking, ongeveer 20 miljoen mensen.
De pest door de ogen van schilder Pieter Brueghel de Oude (1562). Voor veel mensen moet de pest zo zijn ervaren: overal dode mensen en complete steden die zijn verlaten.
Slide 31 - Tekstslide
De verspreiding van de pest tussen 1347-1351
1347
midden 1348
begin 1349
eind 1349
1350
1351
kleine uitbraak van de pest
Slide 32 - Tekstslide
Straf van God!
De oorzaken van de pest zijn pas in de 19e eeuw bekend geworden
Voor de mensen in de Middeleeuwen was de ziekte een straf van God
De mensen dachten dat God hen ging straffen, omdat ze niet goed en zondig hadden geleefd.
Flagellanten sloegen zichzelf om zo aan God te laten zien dat zij spijt hadden van hun zonden. De naam Flagellant komt van het Latijnse woord voor zweep: flagellum. Aan het eind van de leren riempjes zitten spijkers.
Slide 33 - Tekstslide
Video
De Zwarte Dood
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Wat was in de Late Middeleeuwen de naam van de grootste ziekte die in Europa heerste?
A
De Spaanse Griep
B
De grote aardappelziekte
C
De Pest
D
Geen van de genoemde ziektes is juist
Slide 36 - Quizvraag
Er stierven miljoenen mensen aan de pest. Waardoor maakte de pest zoveel slachtoffers? Kies het juiste antwoord.
A
De mensen dachten dat de pest een straf van God was. Daarom wilden ze de zieken niet helpen, want ze dachten dat God dan nog bozer zou worden.
B
Alleen arme mensen stierven aan de pest. Dat kon de rijke mensen weinig schelen en dus kregen de arme mensen geen hulp.
C
Men wist niet wat de oorzaak van de ziekte was. Daardoor kon er geen goede manier bedacht worden om de ziekte uit te roeien.
Slide 37 - Quizvraag
In welke rij staan allemaal woorden die met de Late Middeleeuwen (1000-1500) hebben te maken?
A
Vikingen, stadsrechten, de Hanze en de Pest
B
stadsrechten, de Hanze, Karel de Grote en kruistochten
C
de Hanze, ridders, kruistochten en de Hanze
D
Stadsrechten, kruistochten, de Hanze en de Pest
Slide 38 - Quizvraag
Begrippen uit deze les
stadsrechten
stadsmuur
poorter
schout
schepenen
burgemeester
magistraten
belegering
pest
epidemie
Slide 39 - Tekstslide
Jaartallen uit deze les
1347-1351: grote pestepidemie in Europa
Slide 40 - Tekstslide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 41 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 42 - Open vraag
Huiswerk
1) Als je het nog niet gedaan hebt, geef dan antwoord op de leerdoelen van paragraaf 1. Zie google classroom
2) Bouw je stad verder uit. Maak huisjes voor kooplieden rondom de markt, een raadhuis en teken landbouwgrond met huisjes voor boeren.