A3 - lezen H1 + 2 (vaste tekststructuren)

Welkom!
Pak alvast je leesboek voor je!
timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast je leesboek voor je!
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen H1 en H2
Vaste tekststructuren

Slide 2 - Tekstslide

Vaste tekststructuren
De meeste teksten bestaan uit

inleiding

middenstuk

slot

Slide 3 - Tekstslide

Vaste tekststructuren
Die driedeling kun je terugzien in verschillende 

vaste tekststructuren

Er zijn er veel, jullie moeten er 7 kennen 

Slide 4 - Tekstslide

1. argumentatiestructuur
De argumentatiestructuur beantwoordt een vraagstuk in de tekst




Voorbeeld: betoog, debat




Voor
inleiding
standpunt
middenstuk
argumenten voor en tegen
slot
herhaling stelling

Slide 5 - Tekstslide

2. aspectenstructuur
De aspectenstructuur geeft verschillende kenmerken van het onderwerp 




Voorbeeld: folder over pesten op school




Voor
inleiding
onderwerp
middenstuk
diverse aspecten van het onderwerp
slot
samenvatting

Slide 6 - Tekstslide

2. aspectenstructuur
Pesten op school - 1 Wet- en regelgeving

1.1 Wet sociale veiligheid op school (antipestwet)
1.2 Veiligheidsplan en antipestprotocol
1.3 Klachtrecht
1.4 Strafbaarheid pesten





Voor

Slide 7 - Tekstslide

3. verklaringsstructuur
De verklaringsstructuur verklaart een bepaald verschijnsel




Voorbeeld: Waarom draait de aarde om de zon?




Voor
inleiding
bepaald verschijnsel
middenstuk
kenmerken/voorbeelden
slot
samenvatting

Slide 8 - Tekstslide

4. voor- en nadelenstructuur
De voor- en nadelenstructuur geeft verschillende kanten van een onderwerp 




Voorbeeld: Wel of geen kortere zomervakantie?




Voor
inleiding
onderwerp, vraag of stelling
middenstuk
voor- en nadelen
slot
afweging 

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor informatie verwacht je in de rest van de tekst?
Kies uit: Argumenten bij het standpunt, aspecten bij het onderwerp, verklaring van het verschijnsel, voor -en nadelen bij een vraag of standpunt.

Eigen sleutel gevangenen
Officieel is het nog steeds een proef, maar inmiddels hebben tienduizenden gedetineerden de afgelopen jaren een sleutel gekregen waarmee ze zelf hun cel kunnen afsluiten. De ervaringen met dit systeem blijken over het algemeen positief. Zou het verstandig zijn dit landelijk in te voeren?

Slide 10 - Tekstslide

Wat voor informatie verwacht je in de rest van de tekst?
Kies uit: Argumenten bij het standpunt, situatie verleden/heden, antwoord op de vraag of oplossing voor het probleem.

Slide 11 - Tekstslide

Wat voor informatie verwacht je in de rest van de tekst?
Kies uit: Argumenten bij het standpunt, situatie verleden/heden, antwoord op de vraag of oplossing voor het probleem.

Slide 12 - Tekstslide

5. probleem/oplossingstructuur
De probleem/oplossingstructuur biedt een oplossing voor een probleem




Voorbeeld: Stikstof verminderen in Nederland




Voor
inleiding
probleem
middenstuk
gevolgen/oorzaken/oplossingen
slot
de beste oplossing

Slide 13 - Tekstslide

6. verleden/heden/toekomststructuur
De verleden/heden/toekomststructuur geeft een vergelijking tussen vroeger en nu 




Voorbeeld: Geschiedenis van Nederland 1921-2021




Voor
inleiding
onderwerp
middenstuk
situatie vroeger - situatie nu
slot
conclusie of situatie in de toekomst

Slide 14 - Tekstslide

7. vraag/antwoordstructuur
De vraag/antwoordstructuur beantwoordt een vraagstuk in de tekst




Voorbeeld: Hoe verzorg je een hond?




Voor
inleiding
vraag
middenstuk
antwoorden
slot
samenvatting 

Slide 15 - Tekstslide

Kortom, ook al is alcohol niet gezond, het kan wel voor heel leuke avonden zorgen.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag/antwoordstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 16 - Quizvraag

In de volgende alinea worden de geschiedenis, de topografie en de cultuur van Spanje besproken.
A
verklaringsstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 17 - Quizvraag

Het vieren van Sinterklaas is door de jaren heen erg veranderd in de Nederlandse cultuur.
A
verklaringsstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 18 - Quizvraag

Isaac Newton heeft in verschillende stukken geschreven over het fenomeen zwaartekracht.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag/antwoordstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 19 - Quizvraag

Nederland moet minder vlees eten, maar de boeren moeten nog wel een inkomen houden, bv. door champignonteelt.
A
verklaringsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
probleem/oplossingstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 20 - Quizvraag

Dit document geeft tips over wat je allemaal moet doen om een huis te kunnen kopen.
A
vraag/antwoordstructuur
B
aspectenstructuur
C
verleden/hedenstructuur
D
voor/nadelenstructuur

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1, 3 en 4 van lezen H2: vaste tekststructuren (blz. 47 t/m 49).

Klaar?
- Lezen uit je leesboek
- Werken aan je boekopdracht
- Oefenen voor werkwoordspelling

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide