T4 MK H5 Het strafrecht

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.1 uitgangspunten van het strafrecht 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.1 uitgangspunten van het strafrecht 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- weet je wat het strafrecht inhoudt
- weet je wat de uitgangspunten van het strafrecht zijn
-  weet je wat de rechten van verdachten zijn (volwassenen en jeugd)

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les 
Knelpunten in de rechtsstaat: 

  • Veiligheid vs. privacy 
  • Ongelijke behandeling: klassenjustitie
  • Botsende grondrechten; niet discrimineren vs. vrijheid van meningsuiting. 

Slide 3 - Tekstslide

Check H3-H4
Maak de examenvragen op blz. 50-51

Slide 4 - Tekstslide

Instructie proefexamen

Slide 5 - Tekstslide

Instructie 5.1
Lezen Hoofdstuk 5.1 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat hebben jullie gelezen in 5.1?

Slide 8 - Open vraag

Het strafrecht: Omvat alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet overtreden 

Slide 9 - Tekstslide

De 5 belangrijkste uitgangspunten van het strafrecht 

Slide 10 - Tekstslide

Wat doet een rechter?

Slide 11 - Open vraag

Uitgangspunten?
Uitgangspunten: waar houd je als rechter rekening mee?

Slide 12 - Tekstslide

Uitgangspunten (1/5)
- je kunt alleen gestraft worden voor iets wat volgens de wet strafbaar is

De wet bepaalt ook de maximumstraf

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zou de wet geen minimumstraf eisen?

Slide 14 - Open vraag

Uitgangspunten (2/5)
Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict

Met drank op achter het stuur wordt door een andere rechter behandeld dan moord en er staat een veel zwaardere straf op moord

Slide 15 - Tekstslide

Uitgangspunten (3/5)
Er wordt gekeken naar de situatie waarin het delict plaatsvond.

Overmacht
Noodweer
Wanneer er sprake is van zelfverdediging
De situatie dwingt je tot iets strafbaars. Bijvoorbeeld: hoogzwangere vrouw naar ziekenhuis brengen

Slide 16 - Tekstslide

Uitgangspunten (4/5)
Er wordt rekening gehouden met de achtergrond en persoonlijke eigenschappen van de dader

Ontoerekeningsvatbaar
de dader weet niet wat hij doet, hij kan er zelf niets aan doen en moet psychiatrische hulp krijgen. (geldt dus niet voor drank of drugs)

Slide 17 - Tekstslide

Uitgangspunten (5/5)
Er wordt rekening houden met de leeftijd van de dader

zie jeugdstrafrecht

Slide 18 - Tekstslide

Het Jeugdstrafrecht
  • 0 tot 12 jaar - niet bestraft             
  • 12 tot 18 jaar- Jeugdstrafrecht --> jeugd detentie 
  • 16 tot 23 jaar - adolocentierecht (tussen jeugd en volwassenheid)  

Slide 19 - Tekstslide

Het Jeugdstrafrecht
  • Vanaf 16 jaar mag ook meerderjarigen strafrecht worden toegepast. Rechter bepaalt.
  • Tussen 18-21 mag ook jeugdstrafrecht worden toegepast.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Jongeren in JJI. 
Justitiele jeugdinrichting. 

Ook wel: jeugd gevangenis.  

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

1. Je kunt alleen worden bestraft voor iets wat voor de wet strafbaar is. 
2.  Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict. # overtreding / misdrijf
3. Rechter kijkt naar de situatie .  # noodweer 
#overmacht 
4.  De rechter houdt rekening met achtergrond en persoonlijke eigenschappen

Ontoerekeningsvatbaar?
5.  rechter houdt rekening met leeftijd 

Slide 25 - Tekstslide

Begeleid inoefenen
Opdracht 9 

blz. 56 

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag. 
Paragraaf 5.1  --> opgave 1 tm 4. 

Klaar? Verder werken 5.2 

Slide 27 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 
Het strafrecht 
5.2 de rechten van een verdachte. 

Slide 28 - Tekstslide

In een strafproces heeft de verdachte een aantal rechten. De volgende rechten zijn in de wet vastgelegd; 

Slide 29 - Tekstslide

Hoelang kun je worden vastgehouden?
Verlengde vaststelling
in het huis van bewaring. Max 14 dagen. Met 3x 30 dagen verlenging. 

Slide 30 - Tekstslide

Rechten en belangen 
Rechten van de verdachte  
Botst met de belangen van de slachtoffers

Slide 31 - Tekstslide

Door rood rijden omdat je geen andere keuze hebt
A
noodweer
B
overmacht
C
legaliteitsbeginsel
D
trias politica

Slide 32 - Quizvraag

Wanneer de rechter een maatregel oplegt dan is dit bijvoorbeeld:
A
gevangenisstraf
B
geldboete
C
taakstraf
D
tbs

Slide 33 - Quizvraag

Welke jongeren vallen onder jeugdstrafrecht?
A
12-16
B
14-18
C
16-21
D
12-18

Slide 34 - Quizvraag

Bedenk zelf een situatie waarin noodweer een rol speelt

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Sleepvraag

Rechten verdachten
  1. Verdachte = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
De politie moet dus een goede reden hebben om je aan te houden
vanaf moment van inverzekeringstelling (langer dan 6 uur vastgehouden). Als je de kosten niet kan betalen wordt een advocaat toegewezen
Een verdachte mag maximaal 110 dagen en 6 uur worden vastgehouden voordat de rechtszaak begint
Een verdachte moet wel meewerken aan het vaststellen van de identiteit (legitimatie, vingerafdrukken, DNA)
Wanneer een rechter niet onpartijdig is kan een rechter 'gewraakt' worden. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het proces van Wilders
Soms heeft de media iemand al veroordeeld voordat de rechter het vonnis geveld heeft. Dit noem je 'trial by media'. Eenzijdige berichtgeving zorgt er dan voor dat ook de samenleving een verdachte al schuldig vindt. Goede media spreekt dan ook van verdachte ipv dader.

Slide 37 - Tekstslide

Rechten verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. vrijgesproken = vrij behalve bij moordzaken
ernstige delicten zoals moord kunnen nooit verjaren

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Lezen en maken
Lees de lestekst van hoofdstuk 5.2
Basis: Maak opdrachten, begrippen en samenvatting
Plus: Maak (1 t/m 4) 8 t/m 15, begrippen en samenvatting
Intensief: Maak 1 t/m 8, 9, 15, begrippen en samenvatting

Slide 40 - Tekstslide

Evaluatie 
Huiswerk  oktober
Basis: Maak opdrachten, begrippen en samenvatting 
Plus: Maak (1 t/m 4) 8 t/m 15, begrippen en samenvatting
Intensief: Maak 1 t/m 8, 9, 15, begrippen en samenvatting

Slide 41 - Tekstslide