2.1 Leven, dood, levenloos

les 2
Leerdoelen:

  • Je kent de verschillen tussen levend, dood en levenloos.
  • Je kent de verschillen tussen biotisch en abiotisch.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 2
Leerdoelen:

  • Je kent de verschillen tussen levend, dood en levenloos.
  • Je kent de verschillen tussen biotisch en abiotisch.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen leven, dood en levenloos? Een konijn dat door de duinen rent is zeker levend, net als het gras dat het konijn eet. Maar is een blaadje dat van de boom afvalt in de herfst dood of levend? En wat denk je van de schelpen op het strand, zijn die dood of levend? Hebben die schelpen wel ooit geleefd?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In het filmpje zie je meerdere hondjes. Eén hond is een robot. De robot leeft niet, maar de andere honden wel.
Wat is eigenlijk het verschil, waardoor we zeggen:
Dit leeft en dat leeft niet… ?

Slide 4 - Open vraag

Schrijf minimaal drie verschillen op tussen het levende en het niet-levende hondje.

Slide 5 - Open vraag

Levend, dood of levenloos?
Levende organismen vertonen levenskenmerken. Een voorbeeld van een levenskenmerk is bewegen. Het konijn is levend omdat het rent door de duinen. Een dood organisme heeft geleefd maar vertoont geen levenskenmerken meer. Als iets nooit levenskenmerken heeft vertoond, noem je het levenloos.

Biologen houden zich vooral bezig met levende en dode organismen. Andere natuurwetenschappers bestuderen vooral levenloze natuur. Ze noemen die levenloze natuur ook wel abiotisch en de levende natuur biotisch.

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen. Zijn de onderwerpen levend, dood of levenloos?

Slide 7 - Open vraag

Een bruin blaadje dat in de herfst op de grond valt is ....
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 8 - Quizvraag

Juist of onjuist?
I Iets dat dood is, heeft nooit geleefd.
II Iets dat levenloos is, heeft ooit geleefd.
A
I is onjuist, II is juist
B
I en II zijn beide juist
C
I en II zijn beide onjuist
D
I is juist en II en onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Sommige mensen beweren dat een bloem in een vaas levend is. Andere mensen beweren dat een bloem in een vaas dood is.
1 Geef een argument voor de bewering dat de bloem levend is.
2 Geef een argument voor de bewering dat de bloem dood is.

Slide 10 - Open vraag

Maak in je schrift een begrippenlijst
Levend
dood
Levenloos
Abiotisch
Biotisch

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Begrippenlijst nakijken

Slide 13 - Open vraag