§ 8 deel 1: Oliecrisis 1973

Moderne tijd (1800 - heden)
Begrippen:
- oliecrisis 1973
- Olieboycot
- op zoek naar andere energiebronnen

Kenmerkende aspecten:
- toenemende westerse welvaart
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Moderne tijd (1800 - heden)
Begrippen:
- oliecrisis 1973
- Olieboycot
- op zoek naar andere energiebronnen

Kenmerkende aspecten:
- toenemende westerse welvaart

Slide 1 - Tekstslide

§ 8 deel 1 Oliecrisis 1973
Wat is de oorzaak en wat waren de gevolgen ?

Slide 2 - Tekstslide

Energietransities
  • Een energietransitie is een overgang in het gebruik van energievormen.
  • Welke transities zijn er geweest? ?
  • 1. Ca 400.000 vC: beheersing van vuur
  • 2. Ca 3.000 vC: dieren als trekkrachten 
  • 3. Op grote schaal vanaf Middeleeuwen (500- 1500) : inzetten van water en windkracht
  • 4. Industriële revolutie : stoommachines, verbrandingsmotoren en elektromotoren op fossiele energie (kolen, aardolie en aardgas)
  • 5. ???overgang naar hernieuwbare energie???

Slide 3 - Tekstslide

Jom Kippoeroorlog
  • Oorlog van Israël met Syrië en Egypte
  •  Deze landen wilden gebied terug na de verloren oorlog van 1967 (Zesdaagse oorlog)
  • Nederland koos kant Israël

Slide 4 - Tekstslide

Olieboycot
Arabische landen leveren geen olie meer aan landen die Israël steunen.

+ verhogen de prijs en verlagen productie voor andere landen

Slide 5 - Tekstslide

gevolgen op korte termijn
  • plastic duurder
  • schaarste bij de benzinepomp
  • autoloze zondagen  
  • oproep tot verlaging maximumsnelheid naar 100 km/u

Slide 6 - Tekstslide

gevolgen op lange termijn
  • op zoek naar nieuwe vormen van energie 


  • exploiteren van nieuwe olievelden die eerst te duur waren (maar met de hoge olieprijs niet meer)


  • Gevolgen vallen erg mee

  • Vraag naar olie blijft stijgen, maar aandeel van olie in westerste energieconsumptie neemt af.

Slide 7 - Tekstslide

In welk jaar vond de oliecrisis plaats?
A
1970
B
1971
C
1972
D
1973

Slide 8 - Quizvraag

Welke oorlog in het Midden-Oosten zorgde voor de boycot van olieproducerende Arabische landen?
A
Zesdaagse oorlog
B
Jom Kipoer-oorlog

Slide 9 - Quizvraag

Wat was GEEN gevolg van de olieboycot?
A
Olie-schaarste in het Westen
B
Het Westen gaat op zoek naar andere vormen van energie
C
Het aandeel van olie in het Europese energieverbruik daalt
D
Er wordt voor het eerst naar aardgas geboord in Groningen

Slide 10 - Quizvraag

uitleg kernenergie
daarna quizvragen

Slide 11 - Tekstslide

Prijzen en rampen
  • Welke invloed hebben prijzen en rampen op energiebronnen? Mensen gaan op zoek naar andere energiebronnen wanneer:
  • de prijs teveel stijgt (voorbeeld is oliecrisis)
  • teveel mensen nadeel ondervinden van bepaalde vormen van energieverbruik (voorbeeld is Great Smog in Londen van 1952, kernramp van Fukushima in 2011)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De ramp bij Tsjernobyl vond plaats in het jaar...
A
1979
B
1982
C
1986
D
1988

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat de laatste werkende kerncentrale van Nederland?
A
Dodewaard
B
Petten
C
Parkweg
D
Borssele

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel % van het energieverbruik levert de centrale in Borssele?
A
3%
B
5%
C
7%
D
9%

Slide 16 - Quizvraag

Noem drie voordelen en drie nadelen van kernenergie

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel % minder CO2 moet er in NL uitgestoten worden in 2030?
A
ca 20%
B
ca 35%
C
ca 50%
D
ca 65%

Slide 18 - Quizvraag

Wat vind jij? Moet NL weer kerncentrales gaan bouwen?
ja
nee

Slide 19 - Poll

leswerk
Blz 106 / 107
Verdieping § 7
vraag 1 t/m 5

Slide 20 - Tekstslide

Toetsweek 3
Ma 29 maart -  wo 7 april
vrij 2 april en maandag 5 april ben je vrij!

LET OP: Zondag 28 maart gaat de klok een uur vooruit!

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord vraag 1
Economisch: verlenging van werkdagen, continue productie dag en nacht door, door uitbreiding van netwerken meer toepassingen van elektriciteit. 

Cultureel: ontstaan van nachtleven in steden, meer onderwijs door betere mogelijkheden om teksten te lezen, ook ’s avonds.

Slide 22 - Tekstslide

antwoord vraag 2
Voor alle perioden geldt nr 1 (de zon). 

Voor de Prehistorie: nr 2 (vuur). 
Voor de Oudheid: nr 3 (olielampje). 
Voor de Middeleeuwen: nr 4 (kaars). 
Voor de Vroegmoderne Tijd: nr 4 (kaars) en nr 5 (veiliger olielamp). 
Voor de Moderne Tijd: nrs 6, 7 , 8 en 9 (verschillende soorten elektrische lampen, van gloeilampen tot spaarlampen / led-verlichting)

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord vraag 3
In de tijd vóór de elektriciteit was het al dan niet schijnen van de zon (nr 1) beslissend voor de manier van leven. 

De lichtbronnen 2 t/m 5 waren onvoldoende om zonlicht te vervangen (en bovendien brandgevaarlijk.) 

Na de uitvinding van de elektriciteit kon erna zonsondergang gewoon doorgeleefd worden.

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord vraag 4
De les uit de geschiedenis van Nikola Tesla zou kunnen zijn: door gewaagde dingen te proberen die commercieel niet succesvol lijken, kun je toch heel belangrijke ontwikkelingen op gang zetten. 

De Tesla- auto is gedurfd en kostbaar, maar misschien opent hij een toekomst waarin er alleen nog maar elektrische auto’s zullen zijn. 

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord vraag 5
Als je zo’n overweldigende sterrenhemel ziet boven een verder geheel in duisternis gehulde wereld, voel je je als mens klein en nietig en afhankelijk van grote dingen die je niet begrijpt. Dat kan de godsdienstige gevoelens versterkt hebben.

Slide 26 - Tekstslide