4.3 beelddiagram en staafdiagram
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent modus?
Slide 3 - Open vraag
Wat betekent mediaan?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
De fruithal houdt bij hoeveel sinaasappels er verkocht zijn. In het beelddiagram hiernaast zie het resultaat van een week.
Op welke dag zijn de meeste sinaasappels verkocht?
Op welke dag zijn de meeste sinaasappels verkocht?
Slide 6 - Open vraag
Aan 30 jongeren tussen de 12 en 14 jaar is gevraagd hoe zij aan geld komen. De antwoorden zijn verwerkt in een tabel.
Hoeveel jongeren stelt 1 poppetje in het beelddiagram voor?
Hoeveel jongeren stelt 1 poppetje in het beelddiagram voor?
Slide 7 - Open vraag
Lesdoel:
Ik kan het helemaal niet
Deels
Goed
Ik kan met een beelddiagram werken
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
1. In het staafdiagram hiernaast staan
hoeveel oplagen vier verschillende
tijdschriften hebben.
Bereken het totaal van de oplagen
van deze vier tijdschriften.
hoeveel oplagen vier verschillende
tijdschriften hebben.
Bereken het totaal van de oplagen
van deze vier tijdschriften.
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel leerlingen hebben als hobby boeken lezen?
Slide 11 - Open vraag
Lesdoel:
Ik kan het helemaal niet
Deels
Goed
Ik kan met een staafdiagram werken
