MEERVOUD 3e jaar PAV

1 / 30

Slide 1: Tekstslide

NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

baard → baarden

leugen → leugens

Slide 2 - Tekstslide

bal → ballen

zaal → zalen

Slide 3 - Tekstslide

verdubbelen : korte klank met daarachter één medeklinker

→ de medeklinker verdubbelt

bal → ballen

verenkelen : lange klank met daarachter één medeklinker

→ de dubbele klinker verenkelt

zaal → zalen

Slide 4 - Tekstslide

duif → duiven

roos → rozen...

Slide 5 - Tekstslide

ree → reeën

drie → drieën

olie → oliën

Slide 6 - Tekstslide

oma → oma’s

baby → baby’s

paraplu → paraplu’s

Slide 7 - Tekstslide

EVEN SNEL HERHALEN ...

Slide 8 - Tekstslide

WAT MOET JE DOEN?

Je maakt de volgende oefeningen. Je vult steeds de juiste meervoudsvorm in van het woord tussen haakjes.

Slide 9 - Tekstslide

1 Hoeveel verschillende __ (vak) krijg jij op school?

Slide 10 - Open vraag

2 Weet jij hoeveel __ (haar) er op je hoofd staan?

Slide 11 - Open vraag

3 De __ (lerares) zijn veel strenger dan de meesters.

Slide 12 - Open vraag

4 Met Kerstmis hangt mama veel __ (slinger) in de kerstboom.

Slide 13 - Open vraag

5 Er zitten __ (put) in het wegdek, die auto’s beschadigen.

Slide 14 - Open vraag

6 Samen met de buurjongen maken we heel wat __ (vuur).

Slide 15 - Open vraag

7 Mijn boeken zitten allemaal in __ (map).

Slide 16 - Open vraag

8 Ik heb nog heel wat __ (vraag) te stellen.

Slide 17 - Open vraag

9 Mijn overgrootvader moest soms __ (ezelsoor) in de klas dragen.

Slide 18 - Open vraag

10 Hij heeft een verzameling __ (postzegel).

Slide 19 - Open vraag

11 Op de kaasschotel lagen vele __ (kaas).

Slide 20 - Open vraag

12 Hoeveel __ (ei) mag je per week eten?

Slide 21 - Open vraag

13 Door de storm waaiden de __ (paraplu) van het terras.

Slide 22 - Open vraag

14 Het meisje heeft vele __ (hobby).

Slide 23 - Open vraag

15 Hoeveel __ (computerspelletje) heb jij voor zijn verjaardag gekocht?

Slide 24 - Open vraag

16 Tijdens de herfst vallen de verkleurde __ (blad) van de bomen

Slide 25 - Open vraag

17 Ik lust enkel blauwe __ (druif); de witte vind ik niet zo lekker.

Slide 26 - Open vraag

18 De __(auto) uit de jaren 60 hadden zeker niet zoveel snufjes als de onze.

Slide 27 - Open vraag

19 Bij het appartementsgebouw staan tien __ (garage).

Slide 28 - Open vraag

20 Mama plukte de __ (framboos) van de struiken.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide