EHBO Quiz

Wat is de goede volgorde bij eerste hulp?
1. beoordeel toestand zorgvrager
2. alarmeer hulp
3. blijf rustig
4. zorg voor veiligheid
A
1-2-3-4
B
3-2-4-1
C
1-4-2-3
D
4-1-3-2
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is de goede volgorde bij eerste hulp?
1. beoordeel toestand zorgvrager
2. alarmeer hulp
3. blijf rustig
4. zorg voor veiligheid
A
1-2-3-4
B
3-2-4-1
C
1-4-2-3
D
4-1-3-2

Slide 1 - Quizvraag

Het goede antwoord is B. Zorg altijd eerst voor veiligheid! Kijk dan naar het slachtoffer: wat is het probleem? (Luisteren, kijken, voelen, ruiken). Bel dan zelf 112 of laat iemand die bij je staat naar 112 bellen. Luister dan wat je moet doen, zet de telefoon op luidspreker. Je mag het slachtoffer alleen verplaatsen als de situatie onveilig is!
Welk punt is 1 van de basisregels van EHBO
A
Koel het slachtoffer door koud water op zijn gezicht te deppen
B
verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer
C
stel het slachtoffer gerust
D
blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bij bewustzijn komt

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zoon van de buurvrouw heeft wasmiddel gedronken. Moet je hem laten braken?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Jodium/dettol/... erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 4 - Quizvraag

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Een shock is ernstiger dan een flauwte
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
eerste graads brandwond
B
tweede graads brandwond
C
derde graads brandwond
D
vierde graad brandwond

Slide 6 - Quizvraag

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been ziet er raar uit (de verkeerde kant op). Wat zal het zijn?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd (kapotte huid)
D
Een bloeding (bloed van binnen)

Slide 7 - Quizvraag

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
Als hulpverlener de voet van het slachtoffer bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek er tussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Zelf proberen om de voet te bewegen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan als eerste?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 9 - Quizvraag

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Bekijk de afbeelding.

Welke EHBO -techniek wordt hier toegepast?

A
Handgreep van Zach
B
Heimlich greep
C
Rautekgreep
D
Stabiele zijligging

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leg je het hoofd als laatste iets omhoog als iemand stabiel ligt?
A
dan ligt hij lekkerder
B
dan kan hij beter kijken
C
dan kan hij makkelijker braken
D
dan kan ik de ademhaling in de gaten houden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij oogletsel bedek je alleen het aangedane oog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij reanimatie geef je:
A
30 borstcompressies en 5 beademingen
B
30 borstcompressies en 2 beademingen
C
25 borstcompressies en 2 beademingen
D
alleen borstcompressies

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je legt GEEN drukverband aan bij
(2 antwoorden):
A
Kneuzingen
B
Oppervlakkige wonden
C
Bloedingen van (slag)aderen
D
Ontwrichtingen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een blaar prik je niet door.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies