3 VWO Deutsch Prüfungsquiz Kapitel 1

Prüfungsquiz - Kapitel 1
Wie gut bist du schon auf die Prüfung vorbereitet?
A. Wortschatz
B. Grammatik
C. Redemittel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Prüfungsquiz - Kapitel 1
Wie gut bist du schon auf die Prüfung vorbereitet?
A. Wortschatz
B. Grammatik
C. Redemittel

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal: der Felsen - vermieten - das Taschenmesser - jährlich - schade

Slide 2 - Open vraag

Vertaal: de leeftijd - erg - het paspoort - vergeten - het eiland

Slide 3 - Open vraag

etwas auswendig lernen
die Vokabeln lernen
einen Fehler machen
eine Klassenarbeit schreiben
een fout maken
iets uit je hoofd leren
de woorden leren
een proefwerk maken

Slide 4 - Sleepvraag

Grammatik A:
Hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?
A
ge + stam + t
B
ge + stam + en
C
stam + t
D
stam + en

Slide 5 - Quizvraag

Grammatik A:
Wanneer voeg je bij het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord een extra -e toe?
A
als de stam eindigt op -ieren
B
als de stam eindigt op een sisklank
C
als de stam eindigt op een -d of -b
D
als de stam eindigt op een -d/-t

Slide 6 - Quizvraag

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van telefonieren, probieren, studieren?
A
getelefoniert - geprobiert - gestudiert
B
telefoniert - probiert - studiert
C
getelefonieren - geprobieren - gestudieren
D
telefoniertet - probiertet - studiertet

Slide 7 - Quizvraag

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord?
A
ge + stam + t
B
stam + en
C
ge + stam + en
D
Onregelmatig

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf het voltooid deelwoord op van: fragen - sagen - zelten

Slide 9 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord op van fahren, gehen, fliegen

Slide 10 - Open vraag

haben, sein, werden
Welche Formen kennst du?

Slide 11 - Woordweb

Grammatik C: Die Zahlen. Schreibe die Zahlen als Wort: 32 - 400 - 283 - 60 - 45 - 9

Slide 12 - Open vraag

Grammatik C: Die Uhrzeit. Wie spät ist es?
08.20 - 10.15 - 13.00 - 15.30 - 16.45 - 20.00

Slide 13 - Open vraag

Grammatik D: im, am, um, von-bis
Übersetze: in januari - om half 5 - op maandag - van dinsdag tot vrijdag - in de herfst

Slide 14 - Open vraag

Redemittel: Hoe zeg je dat je op het gymnasium zit?
A
Ich gehe in die Gymnasium
B
Ich gehe aufs Gymnasium
C
Ich gehe in die Realschule
D
Ich gehe ins Gymnasium

Slide 15 - Quizvraag

Redemittel: Hoe zeg je dat je Duits gemakkelijker is dan Frans?

Slide 16 - Open vraag

Wie gut bist du bereits auf die Prüfung vorbereitet?
Gut!
Ich muss die Grammatik noch mehr üben
Ich muss die Wörter noch besser lernen
Ich muss die Redemittel noch besser lernen
Ich habe noch einige Fragen
Ich habe noch viel zu tun

Slide 17 - Poll