Biologie Olympiade 2018 Aeres Hogeschool

Biologie Olympiade Junior

Grote brandnetel (Urtica dioica)

Uro =  ik brand;  Diocia = tweehuizig


Door: Roy Veldhuizen

Docent Toegepaste Biologie

student.lessonup.io
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Biologie Olympiade Junior

Grote brandnetel (Urtica dioica)

Uro =  ik brand;  Diocia = tweehuizig


Door: Roy Veldhuizen

Docent Toegepaste Biologie

student.lessonup.io

Slide 1 - Tekstslide

Programma

-Introductie Grote Brandnetel (Quirine Hakkaart), anatomie is zelfstudie


-College A: Veredeling, genetica

-College B: Ecologie (Herman Offereins)


-'smiddags werkcollege genetica, zelfgestuurd

Slide 2 - Tekstslide

1.Veredeling

2.Veredelingsmogelijkheden

3.Genetica



quiz: kies een nickname, niet je echte naam

Slide 3 - Tekstslide

De grote brandnetel is:
A
Eetbaar
B
Giftig
C
allebei juist
D
allebei onjuist

Slide 4 - Quizvraag

1. Taxonomie en voortplanting

Tweehuizig: man en vrouw niet op zelfde individu


Vegetatief én generatief.


Polyploid

Slide 5 - Tekstslide

2. Veredeling

Plantenveredeling omvat alle menselijke activiteiten gericht op de productie van planten met een betere erfelijke aanleg voor de voorziening in de menselijke behoeften



Slide 6 - Tekstslide

Veredeling

Slide 7 - Tekstslide

Teosinte

Slide 8 - Tekstslide

Vegetatief en generatief   

Genetica(van Grieks γενετικός (genetikos), genitief van γένεσις (genesis), "oorsprong") of erfelijkheidsleer is de wetenschap die erfelijkheid probeert te beschrijven en verklaren.



Slide 9 - Tekstslide

Chromosoom
DNA = desoxyribosenucleïnezuur

Slide 10 - Tekstslide

Gen, Locus, Gameet

Gen: bevat informatie voor de aanmaak van een bepaald eiwit en bepaalt hierdoor bepaalde kenmerken (= stukje van een chrom.)


Gameet: geslachtscel, een haploϊde cel die dient voor sexuele reproductie (spermacel en eicel)












Slide 11 - Tekstslide

Vegetatief        


asexueel

1 ouder

Nakomeling = kloon

mitose




Generatief 


sexueel

2 ouders

nakomeling = uniek

meiose



Slide 12 - Tekstslide

Mitose/meiose
Mitose
-Voorafgaand aan mitose
-DNA replicatie en condensatie
-Zusterchromatiden uit elkaar


Slide 13 - Tekstslide

Mitose/meiose

Slide 14 - Tekstslide

Gen voor bladkleur
Allel voor paarse bloemen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Les 4 muntjes en kansberekening en wel of geen Hardy Weinberg



Werkcollege oefenen mono, di en multihybride

stukje HW in werkcollege en dan zelf laten regelen (vertalen uit Campbell)

sommen met HW (in werkcollege mag open vragen) plus antwoordmodel van WC (aan docent-assistent) let op student BVG

Meerkeuzevragen maken!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Twee fases

Tot 1921 twee soorten


Onderzoek naar verklaring. Waarom van belang?

Slide 19 - Tekstslide

Onderzoek naar de verklaring was niet alleen 'leuk' het had ook een groter doel:
A
Groepen richten schade aan
B
Niet vliegende individuen zijn makkelijk te doden
C
Allebei waar
D
Allebei niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Hoe?

Serotonine-niveau, gregarische fase, drie maal zo hoog


Zodra individu andere sprinkhanen ruikt, ziet, voelt.


Onderzoek biedt mogelijkheden om plagen te kunnen stoppen.

Slide 21 - Tekstslide



Slide 22 - Tekstslide

Serotonine is:
A
Ook te vinden in mensen
B
Niet te vinden in mensen

Slide 23 - Quizvraag


Gedragsecoloog J. Buhl (2006) simpel model:


‘Ontmoet je een soortgenoot, loop dan een klein stukje met hem op'.


Kleine groepen van 2-7 kortstondig

Grote groepen van >30 sprinkhanen, marcheren.

Slide 24 - Tekstslide

3. vergelijking Sabelspr

Zuidelijke boomsprinkhaan --> Sabelsprinkh. (Tettigoniidae)

rechtvleugeligen (Orthoptera).


Verwant aan de langsprietigen (Ensifera), waartoe alle krekelachtige vormen behoren, en niet tot de kortsprietigen waar alle veldsprinkhanen onder worden gerekend.


Slide 25 - Tekstslide

4.Groei en Metamorfose

Ei – nimf – imago

 L. migratoria wel diapauze eieren van de Afrikaanse ondersoort (L. migratoriamigratorioides) en Chinese ondersoort (L. migratoriamanilensis) geen diapauze


Om zwermen te kunnen vormen is meer dan één generatie per jaar nodig. Denk eens na over de gevolgen daarvan voor Nederland? Hebben wij last van zwermen?

Slide 26 - Tekstslide


Copulatie --> 15-20 dagen --> losse grond.


Een vrouwtje --> vijf eipakketten --> 60 tot 80 eieren.


Jaar daarop uitkomen --> nymfen, vijf stadia.

Ontwikkelen binnen 35 dagen tot imago.

Twintig tot dertig dagen vruchtbaar

bron: (Tsyplenkov 1978; Weidner 1953b; zie bronnenlijst).

Slide 27 - Tekstslide

Eitjes

Langwerpig, gelegd in min of meer vaste pakketten.

Aantal eieren per pakket bepaald door aantal eizakjes (in twee eierstokken).



Meestal 4+4 of 5+5 eizakjes.

Vrouwtje leg ei en scheidt schuimige massa af (hard en sponsig).

Slide 28 - Tekstslide


De top van het pakket heeft een deksel 

Afgezet in de bodem (droger=dieper)

De Nederlandse soorten leggen hun eieren echter nooit diep in de grond (waarom?)

 


Winter doorgebracht in eistadium (behalve krekels)


Slide 29 - Tekstslide

Fases

Rechtvleugeligen: onvolledige gedaanteverwisseling. Jong lijkt op volwassene (nymfen)


Ei: Jong dier in omhulsel (embryonaal vlies), vermiform (‘wormvormige’) genoemd.


Het aantal nymfale stadia is per soort verschillend.

Slide 30 - Tekstslide

5. Diapauze

Sprinkhanen lokken met geluid (net als cicaden en waterwantsen)


Paren: Verankering van man (epiphallus ) in vrouw (cerci)

Het ‘slot en sleutel’ principe 


Sperma als pakketje in  spermatofoor (soms bewaakt het mannetje het vrouwtje)


Vrouwelijke dieren eten de spermatofylax (eiwitrijk rond de spermatofoor, rijping eieren)



Slide 31 - Tekstslide

diapauze

Beheer van omstandigheden:


Ongunstige omstandigheden overleven.

Veldsprinkhanen éénjarige cyclus.



Slide 32 - Tekstslide


De nymfen komen in mei uit (enkele weken tot volwasssen), waarna de voortplanting weer begint.


Nymf te laat? Overwinteren eenmaal als nymf en jaar daarna tot imago (met vleugels).


bron: Thys N., 2002. Sprinkhanen & Co. Natuurpunt Educatie, Turnhout, 75 p

Slide 33 - Tekstslide

Diapauze in veldsprinkhanen:
A
Vindt alleen in de zomer plaats
B
Vindt alleen in de winter plaats
C
Vindt niet plaats
D
Manier om ongunstige omstandigheden te overleven

Slide 34 - Quizvraag

6. genetica

Het X-O systeem


In sprinkhanen, kakkerlakken enz. 

  • 1 type geslachtscel: de X


Vrouwtjes XX en mannen XO


Het geslacht bepaald door aantal X-en.

Slide 35 - Tekstslide

7.Sprinkhanen kweken als eiwitbron


Vleesconsumptie heeft nadelen

  • landbouwgrond,
  • ontbossing
  • milieubelasting door broeikasgassen


Welke nadelen hangen er aan insecten?

Wat zou voedselconversie zijn?



Slide 36 - Tekstslide

Vragen?
Bedankt en veel plezier!

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide