Les 3- discruptieve, impulsbeheersings en andere gedragsstoornissen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Inleiding doelgroepen-Jeugd
Les 3- discruptieve, impulsbeheersings en andere gedragsstoornissen
Slide 1 - Tekstslide
Programma vandaag
Theorie discruptieve, impulsbeheersings en andere gedragsstoornissen
Opdracht
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
De student kan omschrijven wat onder disruptieve, impulsbeheersings- en ovierge gedragsstoornissen verstaan wordt en kan de verschillende subtypes omschrijven.
De student kan de invloed van deze groep stoornissen op het leven van de cliënt beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Inleiding
Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen zijn stoornissen waarbij de problemen met de beheersing van emoties en gedrag centraal staan.
Disruptief betekent ‘verwoestend’.
Deze groep stoornissen treft de omgeving, bijvoorbeeld door diefstal of mishandeling.
Deze groep stoornissen wordt in de DSM-V nieuw onderscheiden.
Onder deze groep vallen de Oppositioneel Opstandige Stoornis (OOS), normoverschrijdend-gedragsstoornis, kleptomanie, pyromanie en explosieve stoornis.
Comorbiditeit komt in deze groep stoornissen veel voor.
Slide 4 - Tekstslide
Oppositioneel opstandige stoornis
Bij mensen met een Oppositioneel Opstandige Stoornis (OOS) komt prikkelbaarheid, opstandig zijn en boosheid tegelijk en gedurende een langere tijd voor.
Dit gedrag leidt vaak tot conflicten met de omgeving --> externaliserend probleemgedrag
Het negatieve gedrag lijdt tot voortijdige schooluitval.
Jongeren komen al vroeg in aanraking met justitie.
De jongere is weinig gevoelig voor bestraffing/ beloning.
Slide 5 - Tekstslide
Diagnose
De persoon:
verliest vaak zijn geduld
is lichtgeraakt of snel geïrriteerd
is vaak boos en ontevreden
maakt veel ruzie met volwassenen (bij kinderen) of gezagsfiguren (docenten, agenten enz.)
verzet zich tegen regels
ergert anderen opzettelijk
geeft anderen de schuld van de eigen fouten
is in de afgelopen zes maanden minstens tweemaal hatelijk of wraakzuchtig geweest.
Dit gedrag heeft een negatieve invloed op de directe omgeving en het sociale functioneren.
Slide 6 - Tekstslide
Comorbiditeit, oorzaak en behandeling OOS
Comorbiditeit zie je vaak bij OOS. OOS komt vaak voor in combinatie met de diagnose ADHD. Andere stoornissen die vaak tegelijkertijd voorkomen met OOS zijn angststoornissen en een depressieve stoornis.
De oorzaak van OOS is onbekend. Waarschijnlijk spelen biologische, psychologische en omgevingsfactoren een rol.
Omdat de oorzaak van OOS complex is, bestaat er ook geen eenduidige behandeling. Vaak wordt er cognitieve gedragstherapie toegepast en systeemtherapie, waarbij zowel het individu als de omgeving bij de behandeling betrokken wordt.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Normoverschijdend gedragsstoornissen
Bij een normoverschrijdend-gedragsstoornis is er steeds terugkerend gedrag.
Hierbij worden rechten van anderen niet gerespecteerd of belangrijke maatschappelijke normen, waarden en regels overtreden.
Er is verschil tussen normoverschrijdende problematiek en een normoverschrijdend-gedragsstoornis.
Om te spreken van een stoornis moeten er gedurende een jaar minstens drie criteria aanwezig zijn (waarvan minstens één het afgelopen half jaar).
Hoofdcriteria: agressie, bedrog of diefstal & overtreding van regels
Slide 9 - Tekstslide
Agressie
heeft anderen gepest, bedreigd of geïntimideerd
is gevechten begonnen
heeft een wapen gebruikt
heeft mensen mishandeld
heeft dieren mishandeld
heeft mensen bestolen
heeft seksuele handelingen afgedwongen
heeft brand gesticht of eigendommen vernield.
Slide 10 - Tekstslide
Bedrog of diefstal
heeft ingebroken
heeft regelmatig gelogen om iets te krijgen of te ontlopen
heeft geld of spullen gestolen.
Slide 11 - Tekstslide
Overtreding van regels
komt 's avonds of 's nachts vaak niet op tijd thuis
is minstens twee keer weggelopen en 's nachts weggebleven, of is één keer weggelopen voor een lange periode zonder terug te keren
spijbelt vaak.
Slide 12 - Tekstslide
Comorbiditeit, oorzaak en behandeling normoverschrijdend-gedragsstoornis
Comorbiditeit
Normoverschrijdend-gedragsstoornis komt regelmatig voor bij OOS, ADHD, stemmingsstoornis en angststoornis.
Middelenverslaving en normoverschrijdend-gedragsstoornis gaan tevens vaak samen.
Oorzaak
samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.
Er is een samenhang tussen de normoverschrijdend-gedragsstoornis en het aangeboren temperament van de cliënt.
Ook zijn er neurobiologische onderzoeken die aangeven dat bepaalde hersenstructuren een rol spelen.
samenhang tussen de omgevingsfactoren en de kans dat normoverschrijdend-gedragsstoornis voorkomt.
Slide 13 - Tekstslide
Comorbiditeit, oorzaak en behandeling normoverschrijdend-gedragsstoornis
Behandeling
Omdat de oorzaak complex is, bestaat er ook geen eenduidige behandeling.
Vormen van therapie: cognitieve gedragstherapie (cliënt), systeemtherapie (cliënt en omgeving).
Jullie verdiepen je zelfstandig in de materie rondom kleptomanie. Lees de theorie en maak vervolgens opdrachten 25, 26 & 27 uit het boekje: Cursus Pathologie deel 2 GGZ. Maak tegelijkertijd voor jezelf aantekeningen om te studeren voor de toets!
TIP: kijk naar wat mensen met Kleptomanie doen!
Hoe? Iedereen werkt de opdrachten individueel uit.
Stuurt dit via de mail naar mij toe, dan krijg je feedback!
Slide 15 - Tekstslide
Zijn de lesdoelen behaald?
De student kan omschrijven wat onder disruptieve, impulsbeheersings- en ovierge gedragsstoornissen verstaan wordt en kan de verschillende subtypes omschrijven.
De student kan de invloed van deze groep stoornissen op het leven van de cliënt beschrijven.