In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H4.8 spelling
Slide 1 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Je kunt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken
Slide 4 - Tekstslide
Bijvoorbeeld:
De foto is vegroot- de vergrote foto.
De weg is verbreed- de verbrede weg
Slide 5 - Tekstslide
Je hebt sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden
sterk: het paard is verdronken- het verdronken paard
Slide 6 - Tekstslide
zwakke werkwoorden
Het plafond is gewit- het gewitte plafond, maar de dictator is gehaat- de gehate dictator
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de juiste spelling? De bloembollen zijn gepoot, de....bloembollen.
A
gepootte
B
gepotte
C
gepote
D
geppootte
Slide 8 - Quizvraag
Samenstellingen met tussen -s en tussen -n
Een samenstelling bestaat uit twee of meer woorden:
voetbal - vrachtwagen - vrachtwagenchauffeur
Soms moet er tussen dew oorden een extra -s of -n worden geplakt om het een goede samenstelling te maken
Slide 9 - Tekstslide
Samenstelling met tussen -n
Samenstelling met tussen -n
Horloge?winkel
honde?brokken
Slide 10 - Tekstslide
Geen tussen -n
Eerste deel van de samenstelling is geen zn
;of meervoudsvorm eindigt niet op -n
;of zn heeft meerdere of geen meervoudsvormen
groente + boer= groenteboer (mv zowel met -n als -s) plat + land= platteland (plat is geen zn maar bn) tarwe + brood= tarwebrood (tarwe heeft geen meervoud)
asperge + soep= aspergesoep (asperge eindigt op -s in het mv)
Slide 11 - Tekstslide
Samenstellingen met tussen -n
De regel is dat je de tussen -n altijd schrijft als je hem hoort. Er zijn een paar uitzonderingen hierop:
Het eerste deel van de samenstelling is geen ZN - reuzeleuk
Het eerste deel van de samenstelling heeft meervoud op -en én op -sgroentesoep
Het eerste deel van de samenstelling heeft geen meervoud - benzinepomp / rijstepap
Het eerste deel van de samenstelling is uniek (er is er maar 1 van) - maneschijn / zonnebril
Slide 12 - Tekstslide
Samenstellingen met tussen -s
Wanneer schrijf je een tussen -s?
GEEN regel --> als je hem hoort, dan schrijf je hem ook
kok + muts --> koksmuts
Station + straat --> Stationsstraat
Bij stationsstraat hoor je de extra 's' niet, omdat straat ook met een s begint. Wat je dan het beste kan doen, is het tweede deel veranderen, bijvoorbeeld in 'weg'. --> stationsweg.
Dan schrijf je hem in een andere samenstelling ook
Slide 13 - Tekstslide
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 14 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 15 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 16 - Quizvraag
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? bendeleden
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 17 - Quizvraag
Maken
basis: opdracht 1 t/m 9 kader: 1,3,4,5,6,7,8,9,10 eerst test jezelf 4,7
Gl:1,3,4,5,7,8,9,10 eerst test jezelf 4.7
Slide 18 - Tekstslide
Wat hebben we gedaan?
Pak je telefoon en ga naar menti.com type de code 55 28 85
Je schrijft drie dingen op die je nog weet van dit hoofdstuk