2 februari / 5.2 Hoeken deel 2 (klas 1A)

Aan het eind van de les heb je evenwijdig en loodrecht herhaald
Aan het eind van de les weet je wat een kijkhoek en kijklijn is.
Aan het eind van de les weet je wat een hoek is
Aan het eind van de les kan ik hoeken berekenen
Aan het eind van de les weet ik welke verschillende hoeken er zijn
hoeken en graden
verschillende hoeken
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32 + Rekenbreak op blz. 207 t/m 210
en?
Huiswerk voor vrijdag 5 februari
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32 + Rekenbreak op blz. 207 t/m 210
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zit 23 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan het eind van de les heb je evenwijdig en loodrecht herhaald
Aan het eind van de les weet je wat een kijkhoek en kijklijn is.
Aan het eind van de les weet je wat een hoek is
Aan het eind van de les kan ik hoeken berekenen
Aan het eind van de les weet ik welke verschillende hoeken er zijn
hoeken en graden
verschillende hoeken
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32 + Rekenbreak op blz. 207 t/m 210
en?
Huiswerk voor vrijdag 5 februari
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32 + Rekenbreak op blz. 207 t/m 210

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
kijklijnen en kijkhoek

Die gaan we nu eerst herhalen, daarna komt er nieuwe uitleg

Slide 2 - Tekstslide

Marloes kijk via een hek naar de andere kinderen. Hoeveel kan ze er zien?
A
10 kinderen
B
7 kinderen
C
6 hele kinderen en 1 een half
D
5 kinderen

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heten de 2 lijnen waar een hoek uit bestaat?
A
lijnen
B
zijden
C
armen
D
benen

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel ganzen kan persoon A zien?

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel graden is een rechte hoek?
A
90 graden
B
180 graden
C
360 graden

Slide 6 - Quizvraag

Waar moet je ook aan denken wanneer je een loodlijn hebt getekend?
A
Dat je erbij schrijft dat de hoeken 90 graden zijn.
B
Dat je het rechtehoekteken erbij zet.

Slide 7 - Quizvraag

Waarmee laat je zien dat de lijnen evenwijdig lopen?
A
Met een rechtehoekteken.
B
Met een kruisje.
C
Met een pijltje.
D
Met een dikke streep.

Slide 8 - Quizvraag

Wat moet je bij het tekenen van evenwijdige lijnen op de lijn zetten om aan te geven dat het een evenwijdige lijn is?
A
Kruisjes
B
Rechtehoekteken
C
Nummer
D
Pijltjes

Slide 9 - Quizvraag

5.2. Hoeken deel 2

Slide 10 - Tekstslide

Hoek berekenen
Hoe bereken je  
uit hoeveel graden 
iedere hoek besteed?

1 heel rondje is 360°
Als je weet in hoeveel stukjes een rondje verdeelt is kan je berekenen hoe groot de hoek is

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel graden is 1 stukje taart?

De hele taart = 360°
De taart is verdeeld
in 6 stukjes.

360 : 6 = 60°
Iedere hoek is 60°

Slide 12 - Tekstslide

  • De pizza is verdeeld in 8 stukjes. 
Hoeveel graden is 1 stukje?

  • Antwoord: 45 graden

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende soorten hoeken
Er zijn allemaal verschillende soorten hoeken.
Ze staan hieronder en in je boek op blz. 208

Slide 14 - Tekstslide

Hierna komen quizvragen over de verschillende soorten hoeken. Bekijk de hoeken goed, hieronder of in je boek op blz. 208

Slide 15 - Tekstslide

Wat voor soort
hoek is dit?
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor soort
hoek is dit?
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort
hoek is dit?
A
rechte hoek
B
scherpe hoek
C
stompe hoek

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort
hoek is dit?
A
volle hoek
B
gestrekte hoek
C
inspringende hoek

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor soort
hoek is dit?
A
volle hoek
B
gestrekte hoek
C
inspringende hoek

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor soort
hoek is dit?
A
volle hoek
B
gestrekte hoek
C
inspringende hoek

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag 
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32
 + Rekenbreak 
op blz. 207 t/m 210 van je boek


Probeer de rekenbreak eerst zonder rekenmachine, als dit echt niet lukt mag je het met rekenmachine doen. Camillo mag de rekenbreak sowieso met rekenmachine doen als hij dat wil.



Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag 5 februari
Maak opdracht 26,27,29 t/m 32 + Rekenbreak op blz. 207 t/m 210 van je boek

Slide 23 - Tekstslide