Dialoog reizen:
Rol A
1 Houd je van reizen?
2 Wat is jouw favoriete vakantieland?
3 Wat doe je graag tijdens de vakantie?
4 Houd je van kamperen?
5 Welke stad heb jij bezocht?
6 Wat heb je daar gezien?
Rol B geef antwoord op de vragen en wissel daarna van rol