DICHTEN (Dat kan tegenwoordig iedereen...)
Maak een stiftgedicht van een krantenartikel.
1. Lees het artikel.
2. Welke woorden blijven bij je hangen?
Onderstreep deze.
3. Onderstreep woorden die opvallen of bijzonder
zijn.
4. Moet er nog één of meerdere woord aan vast?
(een woordengroep)
5. Lees wat je nu voor gedicht hebt; moet er nog
iets bij?