In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bonjour
Slide 1 - Tekstslide
Présence
tout le monde est présent?
Slide 2 - Tekstslide
qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
correction des devoirs
parler
faire (présent + passé composé)
les devoirs
Slide 3 - Tekstslide
Les buts
- je kunt een vragenlijst invullen
- je kent het werkwoord faire in de présent en passé composé
Slide 4 - Tekstslide
ABC - leerwerk check
12 vragen
leg jouw ipad plat op je tafel
houd het antwoord voor jezelf (zeg het niet voor)
Slide 5 - Tekstslide
1. c'était comment?
A
hoe was het?
B
het was geweldig
C
veel plezier
D
hoe is het?
Slide 6 - Quizvraag
2. traduis 'chanter'
Slide 7 - Open vraag
3. "proposer"
A
reserveren
B
organiseren
C
huilen
D
voorstellen
Slide 8 - Quizvraag
4. traduis 'de sfeer'
Slide 9 - Open vraag
5. l'amitié
A
de liefde
B
de vrienschap
C
het ding
D
de gozer
Slide 10 - Quizvraag
waaraan zie je dat 'désolé(e)' GEEN werkwoord is
6. leg uit in je eigen woorden:
Slide 11 - Open vraag
7. pour
A
dus
B
al
C
voor
D
net als
Slide 12 - Quizvraag
8. traduis 'doorbrengen'
Slide 13 - Open vraag
9. Tu es allée au concert de B&O?
kies het meest passend antwoord op de vraag
A
Depuis trois ans
B
Oui, je vais au concert
C
Oui, j'y suis allée hier
D
Avec mon copain
Slide 14 - Quizvraag
10. traduis ''de vriendschap"
Slide 15 - Open vraag
11. la place
A
de plek
B
het plein
C
de plaats
D
het restaurant
Slide 16 - Quizvraag
waarom de 's' tussen haakjes is bij incroyable(s)
12. leg uit in je eigen woorden:
Slide 17 - Open vraag
(chanter – présent) Isabelle __________________ tout le temps.
Slide 18 - Open vraag
(raconter – présent) Nous _____ des histoires aux élèves.
Slide 19 - Open vraag
(apprendre – présent) Les élèves _____ l'allemand, le français et l'anglais.
Slide 20 - Open vraag
(comprendre – présent) Je ne _____ rien en maths.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
exercice 14a
tu entends fais ou fait?
Slide 26 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 27 - Link
Slide 28 - Tekstslide
FAIRE : Combineer blauw met rood
wij doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie doen
zij doen
nous faisons
je fais
ils font
tu fais
elle fait
vous faites
Slide 29 - Sleepvraag
je fais du foot
elle fait des crêpes
tu fais du shopping
nous faisons du cheval
ils font un vlog
vous faites les devoirs
qu'est-ce que tu fais?
Slide 30 - Tekstslide
faire
MAKEN, DOEN je fais une pizza, je fais la vaiselle
Slide 31 - Tekstslide
faire
MAKEN, DOEN je fais une pizza, je fais la vaiselle
combi met activiteit faire du cheval, faire du shopping
Slide 32 - Tekstslide
faire
MAKEN, DOEN je fais une pizza, je fais la vaiselle
combi met activiteit faire du cheval, faire du shopping
het weer il fait chaud, il fait froid, il fait beau
Slide 33 - Tekstslide
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Nous .....
A
font
B
faisons
C
faisez
D
fait
Slide 34 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Il ....
A
Faisons
B
fais
C
fait
D
font
Slide 35 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Elles ....
A
fais
B
fait
C
font
D
faites
Slide 36 - Quizvraag
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Je .....
Slide 37 - Open vraag
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Vous .....
Slide 38 - Open vraag
Vul de juiste vorm van FAIRE in. Elle .....
Slide 39 - Open vraag
Slide 40 - Tekstslide
Faire = doen/maken
In de passé composé
avoir + fait ( gedaan/ gemaakt ) J'ai fait Ik heb gemaakt/gedaan Tu as fait Jij hebt gemaakt/gedaan Il/ elle/ on a fait Hij/ zij / men heeft gemaakt/gedaan Nous avons fait Wij hebben gemaakt/gedaan
Vous avez fait Jullie hebben gemaakt/gedaan
OF u heeft gemaakt/gedaan
Ils / elles ont fait Zij hebben gemaakt
Slide 41 - Tekstslide
Welk hulpwerkwoord wordt er gebruikt bij de passé composé van faire?
Slide 42 - Open vraag
Tu _______ _______ du hockey?
A
a fait
B
as fairé
C
as fait
D
ai fairé
Slide 43 - Quizvraag
Nous _______ _______ du football.
A
avons fait
B
as fait
C
sommes fait
D
allons fait
Slide 44 - Quizvraag
Vul zelf aan: J'_______ _______ de la danse.
Slide 45 - Open vraag
Vul zelf aan: Ils ________ ________ du basket.
Slide 46 - Open vraag
au travail- les devoirs
Rendez-vous chez moi!
apprendre: D
reviser: A - B - C
faire: 14 - 19
Slide 47 - Tekstslide
CHECK
ik kan je een vragenlijst invullen
A
🥰
B
🙂
C
🤔
Slide 48 - Quizvraag
CHECK
ik ken het werkwoord faire in présent en in passé composé