DOEL:
Je rapporteert bevindingen aan betrokkenen en zet zo nodig vervolgstappen in gang.
OPDRACHT 1
De criteria waar staat ‘beschrijft’ neem je over en beantwoord je in een verslag. Maak daarbij een concrete koppeling naar je eigen beroepspraktijk (denk aan: o.a. wat zie je, waar werk je mee)
OPDRACHT 2
Iedere verzorgende heeft haar eigen valkuilen en aandachtspunten bij het rapporteren. Bekijk gedurende enkele diensten je eigen rapportages eens kritisch.
- Wat zijn jouw valkuilen bij het schrijven van een rapportage? Vraag medestudenten of collega’s wat zij van jouw rapportages vinden. Vraag wat beter kan. Noem vijf valkuilen.
- Hoe kun je voorkomen dat je in deze valkuilen valt? Wat zijn jouw persoonlijke aandachtspunten? Noem vijf tips.
Tip: Maak voor jezelf een kaartje dat je makkelijk kunt meenemen, als je aan het werk bent. Op het kaartje schrijf je de tips zo concreet en kort mogelijk op.