Ik kan het verloop van drie Duitse aanvallen omschrijven, namelijk de Blitzkrieg, de Slag om Engeland en Operatie Barbarossa
Ik kan uitleggen wat de rol van deze mannen was tijdens de Tweede Wereldoorlog: Churchill, Roosevelt, Stalin
Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Duitse aanvallen tijdens de oorlog
Wat leer jij deze LessonUp? .
Ik kan het verloop van drie Duitse aanvallen omschrijven, namelijk de Blitzkrieg, de Slag om Engeland en Operatie Barbarossa
Ik kan uitleggen wat de rol van deze mannen was tijdens de Tweede Wereldoorlog: Churchill, Roosevelt, Stalin
Bekijk de filmpjes, maak de opdrachten en maak aantekeningen in je klapper
Slide 1 - Tekstslide
Start WOII:
Inval in Polen
Op 1 september 1939 valt Duitsland Polen aan.
Frankrijk en Engeland verklaren de oorlog aan Duitsland
Waarom verklaren zij de oorlog? Duitsland mocht geen groot leger hebben en moest land afstaan in het Verdrag van Versailles
Slide 2 - Tekstslide
Voorjaar 1940 Blitzkrieg in Oost-Europa
Hitler verovert in hoog tempo grote gebieden.
Duitsland heeft een nieuwe tactiek Blitzkrieg
Duitsland veroverd in korte tijd grote delen van West Europa
Wat is Blitzkrieg (bliksemoorlog)
Snelle onverwachte aanvallen.
Gebruik van vliegtuigen en tanks
Slide 3 - Tekstslide
De Blitzkrieg
Duitsland neemt in zeer korte tijd veel landen in:
- Eerst Denemarken en Noorwegen,
- Daarna Nederland, België en Frankrijk.
Slide 4 - Tekstslide
Nederland capituleert (= overgave)
15 mei 1940
10 mei valt Duitsland Nederland aan
Nederland was neutraal, toen niet meer.
Na bombardement op Rotterdam, capituleert Nederlands leger
De regering en de koningin vluchtten naar Engeland
Slide 5 - Tekstslide
Frankrijk capituleert
22 juni 1940
Een deel van Frankrijk wordt niet bezet,
maar collaboreert (= werkt samen) met Duitsland.
Slide 6 - Tekstslide
Duitsland tegen de wereld
Nazi's lopen Nederland, Belgie en Frankrijk onder de voet
Na 6 weken geeft Frankrijk zich over
Regeringen vluchtten
Alleen Groot-Brittannië levert nog strijd
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slag om Engeland
juli - oktober 1940
De Duitse aanval op Groot-Brittannië.
Mede dankzij de uitvinding van de radar weet Groot-Brittannië zich te weren tegen Duitsland.
Het lukt Duitsland niet om Groot -Brittannië te verslaan
Duitsland blijft Engeland de hele oorlog bombarderen
Slide 9 - Tekstslide
Slag om Engeland
De Britten zijn sterker!
Minister president Churchill geeft volk hoop en moed!
Uitspraak: 'We zullen ons eiland verdedigen, wat het ook zal kosten; we zullen vechten op de stranden, we zullen vechten op de velden, we zullen vechten op de straten en in de velden'
Slide 10 - Tekstslide
Operatie Barbarossa
De aanval van Duitsland tegen de Sovjet Unie
Slide 11 - Tekstslide
Operatie Barbarossa
juni - december 1941
In 1941 valt Duitsland de Sovjet-Unie aan
Waarom doet Hitler dit?!
1: Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.
2: SU was communistisch
3: SU had belangrijke grondstoffen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Noem twee oorzaken voor de aanval van NAZI Duitsland op de Sovjet Unie
Slide 14 - Open vraag
Duitsland had het zwaar in de SU. Het was koud en veel sneeuw. Ook stuurde Stalin veel veel veel soldaten naar het front. Zelfs boeren moesten vechten. Daarover leer je in de volgende LessonUp meer.
Hoe herken je Stalin op afbeeldingen en tekeningen? Man met de grote snor!
Slide 15 - Tekstslide
Wat zie je? Noem drie beeldkenmerken.
Wie zie je?
Wat is de bedoeling van de tekenaar?
Bespreek de antwoorden met je docent :)
Slide 16 - Tekstslide
Met deze gebeurtenis begon WO II in West Europa
A
Hitler annexeert Oostenrijk
B
Hitler neemt een deel van Tsjechië in
C
Hitler valt Polen binnen
D
Hitler valt Engeland aan
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een blitzkrieg?
A
Het bondgenootschap van Italië en Duitsland
B
Een snelle manier van oorlogvoeren
C
Andere naam voor de Tweede Wereldoorlog
D
De naam van de geallieerde tegenaanval
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn de kenmerken van een blitzkrieg?
A
bewegingsoorlog met tanks en vliegtuigen
B
loopgravenoorlog met zware beschietingen
C
Een totale oorlog met een zg. 'thuisfront'
D
Een oorlog met terreurbombardementen op steden
Slide 19 - Quizvraag
De premier van Engeland tijdens WO2 was
A
Roosevelt
B
Charles
C
Churchill
D
Truman
Slide 20 - Quizvraag
Wie won de slag om Engeland?
A
Engelsen
B
Duitsers
C
Nederlanders
D
Amerikanen
Slide 21 - Quizvraag
De Duitse aanval op de SU staat bekend als ...
A
D-day
B
Operatie Barbarossa
C
Operatie Red
D
Battle of the SU
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Blitzkrieg
B
Slag om Engeland
C
Operatie Barbarossa
Slide 23 - Quizvraag
Sleep de teksten en plaatsjes naar het juiste front