Clase 7. C1 Unidad 8. Gramática

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 5 de octubre de 2021
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos chicos y chicas!
Martes, 5 de octubre de 2021

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  1. Somtoday.
  2. Objetivos de la unidad 8.
  3. Repasamos. Vocabulario unidad 8
  4. Seguimos con la unidad 8. Gramática
  5.  ¡A trabajar!
  6. Final de la clase. ¿Qué has aprendido hoy?

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Leerdoelen
- Ik kan beschrijven hoe iemand eruitziet.
- Ik kan zeggen wie iemand is.



Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van dit hoofdstuk:
Succescriteria's
- Ik ken de woorden over het menselijk lichaam in het Spaans.
- Ik kan het werkwoord doler  vervoegen.
- Ik weet al hoe ik het werkwoord doler en gustar moet vervoegen.
- Ik weet hoe ik muy+bijvoegelijk n.w moet gebruiken in het Spaans.
- Ik weet hoe ik muy+bijwoord moet gebruiken in het Spaans.
- Ik week hoe ik mucho/-a/-os/-as+ zelfstandig naamwoord moet gebruiken in het Spaans.
- Ik ken alle woorden van de woordenlijst unidad 8
- Ik ken alle frases claves van unidad 8.







Slide 4 - Tekstslide

Repasamos las partes del cuerpo

Slide 5 - Tekstslide

Mi monstruo
Luister naar het fragment, hierin wordt een monster beschreven. Teken het monster :)
Hulpwoorden:
1. papier
2. pen / potlood
3. woordenlijst unidad 8
Mi monstruo

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ziet jouw tekening van het monster eruit? Upload de foto van je tekening.

Slide 7 - Open vraag

Unidad 8 gramática
1. herhaling ww gustar
2. ww doler
3. muy / mucho / mucho-a-os-as

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2. ww doler

1. het ww doler werkt op dezelfde manier als het ww gustar
2. het ww doler heeft een klinkerwisseling o-ue
3. het ww doler betekent zeer doen / pijn hebben
4. achter het ww doler komt een bepaald lidwoord + zelfst. nw (ev/mv)

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden:
1a. Ik heb zere voeten. / Mijn voeten doen pijn.
1b. Me duelen los pies.

2a. Zij hebben hoofdpijn.
2b. Les duele la cabeza.

3a. Onze handen doen pijn.
3b. Nos duelen las manos.

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoord " doler"
(A mí)                                     me   duele    la cabeza
(A ti)                                        te     duele    la cabeza
(A él, ella/usted)                le     duele     la cabeza
(A nosotros/as)                  nos duelen   los pies
(A vosotros/-as)                 os    duelen   los pies
(A ellos/ellas/ustedes)    les   duelen   los pies

Slide 12 - Tekstslide

¿Qué te duele?
¿Qué te pasa?

Slide 13 - Tekstslide

"gustar" en "doler"
(A mí)                                     me  
(A ti)                                        te    
(A él, ella/usted)                le         +    gusta (n)
(A nosotros/as)                  nos           duele (n)
(A vosotros/-as)                 os   
(A ellos/ellas/ustedes)    les  

Slide 14 - Tekstslide

Geef de juiste vervoeging van doler:
A mí ... ......... la rodilla.

Slide 15 - Open vraag

Geef de juiste vervoeging van gustar:
A Ricardo y Pepe ... ............ jugar al fútbol

Slide 16 - Open vraag

Geef de juiste vervoeging van doler:
A María no ... ........ nada.

Slide 17 - Open vraag

Geef de juiste vervoeging van doler:
A mí y a Ana ... ........... la cabeza.

Slide 18 - Open vraag

3. muy / mucho / mucho-a-os-as
1. muy (heel/erg) + bijvoeglijk naamwoord 
Ella es muy simpática.
2. muy (heel/erg) + bijwoord
 Llega a casa muy tarde.
3. mucho-a-os-as+zelfstandig naamwoord
 Tengo muchos amigos
4. werkwoord + mucho (heel / erg / veel)
Me duele mucho la cabeza. (Ik heb erge hoofdpijn)
Comemos mucho. (Wij eten veel)

Slide 19 - Tekstslide

Muy/mucho-a/-os/-as
1. Muy+bijvoeglijk nw. (adjetivo)
  • Tiene el pelo muy largo
  • Vive en una casa muy antigua.
  • Mi hermano es muy alto.
  • El examen es muy difícil.

Slide 20 - Tekstslide

Muy/mucho-a/-os/-as
 2. Muy+bijwoord (adverbio)
  • Llego a casa muy tarde.
  • Vive muy lejos.
  • El examen es muy temprano.
  • Tú hablas muy bien español.

Slide 21 - Tekstslide

Muy/mucho-a/-os/-as
3. Mucho/-a/-os/-as + zelfstandig naanwoord.
  • Tengo muchos amigos.
  • En la clase hay muchas chicas.
  • Los niños beben mucha leche.
  • Juan tiene mucho dinero.

Slide 22 - Tekstslide

Muy/mucho-a/-os/-as
4. Werkwoord + mucho.
  • Veo mucho la televisión.
  • Me duele mucho la cabeza.
  • Como mucho.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Me gustan .... los helados

Slide 25 - Open vraag

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Hay ... casas

Slide 26 - Open vraag

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Ella está ... nerviosa.

Slide 27 - Open vraag

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Miguel siempre come ...

Slide 28 - Open vraag

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Juego ... al fútbol

Slide 29 - Open vraag

Kies de juiste variant: muy / mucho / mucho-a-os-as

Vicente es ... alto

Slide 30 - Open vraag

Verplichte opdrachten:
TB Unidad 8. Gramática
Opdracht 1 t/m 6
WB Unidad 8. Gramática
Opdracht 1, 2, 3, 7 en 9

Si terminas/Als je klaar bent?
Estudia: Vocabulario unidad 8 
                  Frases claves unidad 8

Optionele opdrachten:
(verdieping / verbreding)
WB Unidad 8 Gramática
Opdracht 4, 5 en 6


Slide 31 - Tekstslide

Deberes (Huiswerk)
Estudia:
Vocabulario unidad 7 en 8
Frases claves unidad 7 en 8
Gramática unidad 7 en 8 (Zie LessonUp voor de aantekeningen)

Slide 32 - Tekstslide


¿Cómo has trabajado hoy en clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll


Na deze les, 
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 34 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 35 - Open vraag

0

Slide 36 - Video