2K. Ch2. I Grammar - Modals hh

MODALS
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MODALS

Slide 1 - Tekstslide

Modal verbs

Slide 2 - Tekstslide

 Modals = hulpwerkwoorden
Modals = hulpwerkwoorden

  • Wat is de functie van een hulpwerkwoord?
  • Het 'helpt' een ander werkwoord.

  • Welke vorm heeft een modal?
  • Een modal heeft de vorm van het hele werkwoord en verandert dus niet, behalve 'have'.

Slide 3 - Tekstslide

Modals

Slide 4 - Tekstslide

Modal verb
Can
Could


Have to


Should

Must
Gebruik
Wanneer iets mogelijk/ toegestaan is
Verleden tijd van can
Beleefd iets vragen

Verplichting / Regels
He / She / It - has to

Advies geven

Verplichting vanuit jezelf

Slide 5 - Tekstslide

Na een modal komt het hele werkwoord!

You have to take your medication.  

I should eat something.

We must go to bed early.

She can work on Saturday

Slide 6 - Tekstslide

Grammar: modal verbs
must(n't)
moeten
verplicht/verbod
intern
(doesn't/don't)
have to
moeten
verplicht/verbod
extern
ought (not) to
zou moeten
advies
formeel
should (not)
zou moeten
advies
informeel

Slide 7 - Tekstslide

Een modal is.....?
A
een model
B
een hulpwerkwoord
C
een hoofdwerkwoord
D
een medaille

Slide 8 - Quizvraag

Welke modal verb gebruik je als je iets verplicht is?
A
Should
B
Have to
C
Can
D
Be allowed to

Slide 9 - Quizvraag

Which one of these is NOT a modal verb?
A
can
B
must
C
need
D
should

Slide 10 - Quizvraag

Welke modal gebruik je als iets MOET (geen keuze)?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 11 - Quizvraag

Which modal verb?
Ik moet een gordel om in de auto.

A
I should wear
B
I have to wear
C
I must wear
D
I ought to wear

Slide 12 - Quizvraag

Which modal verb?
I_____ be home late

A
shouldn't
B
mustn't
C
must
D
ought to

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct modal:
He ... play tennis very well.
A
can
B
must
C
should

Slide 14 - Quizvraag

Welke modal gebruik je als je een advies wil geven?
A
have to
B
should
C
must
D
can

Slide 15 - Quizvraag

Welke modal gebruik je als iets MOET van iemand anders (officiele regel)?
A
have to
B
should
C
must
D
could

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vraag je aan je leraar:
Kun je me helpen?
...........you help me?

Slide 17 - Open vraag

Welke modal moet je invullen bij deze zin:
I ........ swim when I was younger.
A
can
B
could
C
should
D
must

Slide 18 - Quizvraag