Didactiek P3 L3: Bewegingsvormen (Differentiëren)

Bewegingsvormen deel 3
  • Herhaling Methodiek
  • Differentiëren
  • Didactische werkvormen 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bewegingsvormen deel 3
  • Herhaling Methodiek
  • Differentiëren
  • Didactische werkvormen 

Slide 1 - Tekstslide

Warming Up
Wat weet ik nog van deel 1 en 2
Bewegingsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is methodiek?

Slide 3 - Woordweb

Methodische principes
1. Van hoofdonderdelen naar gedetailleerde onderdelen
2. Van laag naar hoog vlak.
3. Met veel rust naar weinig rust ( hersteltijd).
4. Van langzaam uitvoeren naar snel uitvoeren.
5. Van weinig spelregels naar veel.

Slide 4 - Tekstslide

Deel- en Totaalmethode 
De manier waarop we iets aanleren en de volgorde van de bewegingsvormen die we daarbij gebruiken noemen we methode. Om tot goed methodisch handelen te komen kunnen we volgens het boek kiezen uit twee methoden. Noem ze:

1. Deelmethode
2. Totaalmethode

Slide 5 - Tekstslide

Geef voorbeeld waarbij je een didactisch hulpmiddel kan gebruiken.

Slide 6 - Open vraag

En door!
Differentiëren

Slide 7 - Tekstslide

Differentiëren hoe?
  • Basisoefening voor 80 % van deelnemers die dit net aankunnen
  • Makkelijker maken (zodat iedereen het kan) 
  • Moeilijker maken (voor meer uitdaging) 

Slide 8 - Tekstslide

2 manieren van differentiëren
De organisatie(arrangement) aan passen (organisatorisch differentiatie)
 Andere bal
Pionnen verder of dichter bij elkaar
Trampoline gebruiken i.p.v. een reuterplank

Bewegingsvormen aan te passen (inhoudelijk differentiatie)
Achteruit lopen op de balk bij turnen i.p.v. vooruit
Dubbele kong i.p.v. enkele kong

Slide 9 - Tekstslide

Waarom differentiëren we?
  • Zone van naaste ontwikkeling
  • Hulp van de juf/meester
  • Hulp door arrangement aanpassen

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld van differentiëren is
A
De hele groep een moeilijkere oefening laten doen
B
De hele groep een makkelijkere oefening laten doen
C
Oefening makkelijker maken voor 3 van groep
D
Oefening moeilijker maken voor 2 van groep

Slide 11 - Quizvraag

2 vormen van differentiëren zijn
A
Motorisch Cognitief
B
Inhoudelijke Organisatorische
C
Deel Totaal

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Voor 1 groep de afstand vergroten bij het schieten op doel is een...
A
Organisatorische differentiatie
B
Inhoudelijke Differentiatie

Slide 14 - Quizvraag

Een paar studenten sneller laten overgooien
A
Inhoudelijke Differentiatie
B
Organisatorische Differentiatie

Slide 15 - Quizvraag

2 van 20 deelnemers mogen bal aannemen, de rest gaat wel al kaatsen
A
Organisatorische Differentiatie
B
Inhoudelijke Differentiatie

Slide 16 - Quizvraag

Is arrangement ander woord voor organisatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Is leervoorstel ander woord voor Inhoudelijk ?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Basisoefening is geschikt voor
A
10 % van groep
B
50 % van groep
C
80 % van groep

Slide 19 - Quizvraag

Welke deelnemers kunnen er een moeilijker oefening doen?
A
De deelnemers die basis al beheersen
B
Deelnemers die het nut niet van de oefening zien
C
Deelnemers die een andere oefening willen doen

Slide 20 - Quizvraag

Watertrappelen 1x laten zien en iedereen gelijk dat laten oefenen.
A
Totaalmethode
B
Deelmethode

Slide 21 - Quizvraag

Bij schoolslag eerst benen oefenen. Handen aan plankje
A
Deelmethode
B
Totaalmethode

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Didactische werkvormen
  • Activiteit van de lesgever
  • Manieren om te leren organiseren zodat leerlingen zo veel mogelijk leren 

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld activiteiten lesgever
  • Informatie geven
  • Opdrachten geven
  • uitleggen
  • Verbeteren
  • Beurten geven 

Slide 25 - Tekstslide

Wat nu ?
1. Maak casus 1 H8
2 Maken van de derde lvb

Slide 26 - Tekstslide