51) De lucht in een blokfluit trilt met een frequentie van 297 Hz. Bereken de trillingstijd van de lucht in ms.
Slide 7 - Open vraag
53) De basedrum van een drumstel is de grootste trommel van een drumstel. Als je de basedrum aanslaat, dan trilt het trommelvel met een trillingstijd van 0,00625 s. Bereken de frequentie van het trommelvel.
Slide 8 - Open vraag
63) Je stelt een toongenerator in op 125 Hz. Van het geluid maakt een oscilloscoop een beeld op een scherm. De oscilloscoop is ingesteld op 2,0 ms/div. Bereken de trillingstijd van de toon in ms.
Slide 9 - Open vraag
8.3 Geluidssterkte
Slide 10 - Tekstslide
Geluidssterkte
Wanneer een voorwerp trilt maakt het geluid. Trillen is heen en weer bewegen. De snaren van een gitaar trillen als je ze aanslaat. Hoe harder je de snaar aanslaat hoe verder de snaar tijdens het trillen van de evenwichtstoestand gaat. De maximale uitwijking is dan groter. De maximale uitwijking noemen we ook wel de amplitude.
► Twee stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 73 dB.
► Vier stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 76 dB.
► Acht stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 79 dB.
Slide 19 - Tekstslide
Gehoorschade
Tegenwoordig hebben veel jongeren een gehoorbeschadiging. De belangrijkste oorzaken zijn het harde geluid van muziek bij festivals en mp3-spelers. 9. 3% van de jongeren heeft na bezoek van uitgaansgelegenheid last van het gehoor. De meest voorkomende klacht is de zogenoemde discopiep. Dit fluitende geluid in je oren is een teken van je lichaam dat je gehoorschade hebt opgelopen. De discopiep verdwijnt meestal weer na een aantal uur maar de schade blijft. De schade ontstaat aan de gehoorcellen. Deze cellen zijn erg gevoelig en worden bij te harde muziek zo hevig bewogen dat ze breken. Deze schade is blijvend voor de rest van je leven.
Niet alle frequenties kun je als mens even goed horen. Onze oren zijn niet voor alle frequenties even gevoelig. Dat blijkt wel uit de grafiek hiernaast. In deze grafiek is de gehoordrempel getekend. Dit is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen.
Uit de grafiek blijkt dat onze oren het meest gevoelig zijn voor de tonen uit het middengebied van je frequentiebereik (spraak). Lage en hoge tonen moeten best hard klinken voordat een mens het kan horen.