8.3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Welkom

Slide 2 - Tekstslide

Welkom! 
Planning:
Planning tot aan vakantie
05 min
Opdracht 51 + 53 + 63 maken
15 min
Opdracht 51, 53, 63 maken/nakijken
10 min
Uitleg paragraaf 8.3
15 min
Opdrachten maken 8.3
10 min
Nakijken paragraaf 8.3
10 min

Slide 3 - Tekstslide

Planning tot aan SE-Week
  • Woe 25 sept:       Paragraaf 8.2 deel 2
  • Ma 30 sept:          Paragraaf 8.3
  • Di 1 okt:                  Paragraaf 8.4
  • Woe 2 okt:             Paragraaf 8.5
  • Ma 7 okt:               Herhalingsles H8
  • Di 8 okt:                 SO H8 paragraaf 1 t/m 5
  • Woe 9 okt:           Herhalingsles + voorbereiden SE
  • Ma 14 okt:             SE3 H7 Krachten + H8 Geluid

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 8.2 opdracht 49 + 51 + 53 + 63
  • Hoe? Op je stencil
  • Hulp? Lees 8.2 nogmaals door en gebruik de BiNaS
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees 8.3 helemaal door
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

49) Reken om:
20.000 Hz = ..... kHz 12,1 kHz = ............. Hz
350 Hz = ..... kHz 0,62 kHz = ............ Hz
75 Hz = ....... kHz 1 kHz = .................. Hz

Slide 6 - Open vraag

51) De lucht in een blokfluit trilt met een frequentie van 297 Hz. Bereken de trillingstijd van de lucht in ms.

Slide 7 - Open vraag

53) De basedrum van een drumstel is de grootste trommel van een drumstel. Als je de basedrum aanslaat, dan trilt het trommelvel met een trillingstijd van 0,00625 s. Bereken de frequentie van het trommelvel.

Slide 8 - Open vraag

63) Je stelt een toongenerator in op 125 Hz. Van het geluid maakt een oscilloscoop een beeld op een scherm. De oscilloscoop is ingesteld op 2,0 ms/div.
Bereken de trillingstijd van de toon in ms.

Slide 9 - Open vraag

8.3 Geluidssterkte

Slide 10 - Tekstslide

Geluidssterkte
Wanneer een voorwerp trilt maakt het geluid. Trillen is heen en weer bewegen. De snaren van een gitaar trillen als je ze aanslaat. Hoe harder je de snaar  aanslaat hoe verder de snaar tijdens het trillen van de evenwichtstoestand gaat. De maximale uitwijking is dan groter. De maximale uitwijking noemen we ook wel de amplitude.

Slide 11 - Tekstslide

Amplitude en toonhoogte

Slide 12 - Tekstslide

Amplitude

Slide 13 - Tekstslide

Harder/zachter

Slide 14 - Tekstslide

Harder/zachter/hoger/lager

Slide 15 - Tekstslide

Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Geluidssterkte in dB
Een vreemde schaal
Meten in decibel werkt wel een beetje anders dan je gewend bent. Een stofzuiger maakt ongeveer 70 dB geluid. 
Toch maken 2 stofzuigers samen niet hetzelfde geluid als een startend vliegtuig met 140 dB.

Slide 18 - Tekstslide

Geluidssterkte in dB
► Twee stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 73 dB.
 
► Vier stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 76 dB. 

► Acht stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 79 dB.

Slide 19 - Tekstslide

Gehoorschade
Tegenwoordig hebben veel jongeren een gehoorbeschadiging. De belangrijkste oorzaken zijn het harde geluid van muziek bij festivals en mp3-spelers.  9. 3% van de jongeren heeft na bezoek van uitgaansgelegenheid last van het gehoor. De meest voorkomende klacht is de zogenoemde discopiep. Dit fluitende geluid in je oren is een teken van je lichaam dat je gehoorschade hebt opgelopen. De discopiep verdwijnt meestal weer na een aantal uur maar de schade blijft. De schade ontstaat aan de gehoorcellen. Deze cellen zijn erg gevoelig en worden bij te harde muziek zo hevig bewogen dat ze breken. Deze schade is blijvend voor de rest van je leven.

Slide 20 - Tekstslide

Gehoordrempel
Niet alle frequenties kun je als mens even goed horen. Onze oren zijn niet voor alle frequenties even gevoelig. Dat blijkt wel uit de grafiek hiernaast. In deze grafiek is de gehoordrempel getekend. Dit is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen. 
Uit de grafiek blijkt dat onze oren het meest gevoelig zijn voor de tonen uit het middengebied van je frequentiebereik (spraak). Lage en hoge tonen moeten best hard klinken voordat een mens het kan horen.
De geluidssterkte waarbij een mens 
een geluid begint de horen noemen 
we de gehoordrempel.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Wat? Maak 8.3 opdracht 69 t/m 76 + 79 t/m 83 + 88 t/m 91
  • Hoe? In je boek
  • Hulp? Lees 8.3 nogmaals door en gebruik de BiNaS
  • Tijd? 20 minuten
  • Resultaat? Huiswerk is gemaakt
  • Klaar? Maak de rest van 8.3 af
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Nakijken
Pak je gemaakte werk erbij, we kijken het klassikaal na

Slide 24 - Tekstslide