2.3. Hoe wil je wonen?

Welkom!
*                                                                                                                                                                       
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
*                                                                                                                                                                       

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
1. Herhalen
2. Lesdoelen
3. Beginnen met 2.3
4. Opdrachten maken
5. Quiz afmaken!
6.  Les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Herhalen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt het recht op een deugdelijk product in?
A
Dat het product heeft een keurmerk.
B
Dat het recht op garantie bij aankoop van een particulier.
C
Dat het product bij normaal gebruik een bepaalde tijd meegaat.
D
Dat het product voldoet aan duurzaamheidseisen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat laat een keurmerk zien?
A
Hoelang je garantie hebt op een product
B
Hoe de kwaliteit van een merk is
C
Een logo van een consumentenorganisatie
D
Of een product voldoet aan bepaalde eisen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt consumerpower in? Geef een voorbeeld.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een puntzak drop kost € 2,50 voor 150 gram.

Hoeveel kost 100 gram?
A
€ 1,65
B
€ 1,66
C
€ 1,67
D
€ 1,68

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Een broodje gezond kost bij de HEMA €4,50 en bij Bakker Bart €5,-.
Hoeveel procent is Bakker Bart duurder dan de HEMA?

(Je vergelijkt dus de prijs tot de HEMA!)

A
10%
B
11,1%
C
12,1%
D
10,1%

Slide 8 - Quizvraag

Whiteboard
Waarom is er consumentenrecht?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wet beschermt je tegen onveilige producten?
A
De Warenwet
B
De Wet productaansprakelijkheid
C
De Wet koop op afstand
D
De Colportagewet

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wet geeft je bedenktijd bij bepaalde aankopen?
A
De Warenwet
B
De Wet productaansprakelijkheid
C
De Wet koop op afstand
D
De Colportagewet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een abonnement van € 120 op de Telegraaf afgesloten op straat. Mag je dit opzeggen na 8 dagen?
A
Nee, want je hebt een product op maat gekocht.
B
Ja, want je hebt een bestelbon ingevuld.
C
Nee, want je hebt een aankoop onder de € 150 gedaan.
D
Ja, want je hebt een aankoop op straat gedaan boven de € 50.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Instanties die toezien op bedrijven
Als bedrijven zich niet aan het consumentenrecht houden. 
- NVWA: Nederlandse voedsel- en warenautoriteit
- ACM: autoriteit consument en markt: 
1.  bedrijven moet consumenten eerlijk behandelen en 
2. bedrijven moeten eerlijk met elkaar concurreren
- De Geschillencommissie
Zij houden toezicht op het naleven van regels.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je als consument NIET je recht halen?
A
De Nederlandse voedsel -en waren autoriteit
B
De autoriteit Consument & markt
C
De winkel
D
De geschillencommissie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3.  Hoe wil je wonen?
*                                                                                                                                                                       

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les 
  • Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de woningmarkt
  • Ik kan uitleggen hoe het huren van een huis in zijn werk gaat en wat huurtoeslag inhoudt. 
  • Ik weet hoe het kopen van een huis in z'n werk gaat en welke stappen ik daarbij moet doorlopen. 
  • Ik weet wat een hypothecaire lening is.
  • Ik kan voorbeelden geven van gemeentelijke belastingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De woningmarkt is oververhit!
  • Woningmarkt: vraag en aanbod van woningen
  • Er zijn te weinig huizen te koop of te huur: aanbod.
  • Er zijn te veel mensen op zoek naar een (eigen) huis: vraag.
--> Gevolg: historische prijsstijgingen van huur- en koopwoningen.

Hoe zouden we dit op kunnen lossen? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan ik nu het beste doen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woningmarkt
Vrije sector (particulier)
- minder regels
Huurwoningen
Sociale huurwoningen
- maximale huurprijs
Koopwoningen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie 1: Huren
  • Huur tot ongeveer €750 per maand: sociale huur bij woningcorporaties. Je moet je inschrijven bij de corporatie. 
  • Huurhuizen boven de €750 bevinden zich meestal in de vrije sector. Je huurt dan bij bedrijven of investeerders en reageert op advertenties
Huurtoeslag
Is het inkomen van een gezin te laag? Dan hebben zij recht op een vergoeding voor de huur: huurtoeslag. Zij krijgen dit van de belastingdienst toeslagen (overheid). Dit geldt alleen voor woningen die onder de huurtoeslag grens vallen (grens sociale huur). 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huren
  •  Als je gaat huren sluit je een huurovereenkomst
  • Als je weinig verdient kan je in aanmerking komen voor huurtoeslag

Hoeveel huurtoeslag zou ik krijgen?
Huurtoeslag
Is het inkomen van een gezin te laag? Dan hebben zij recht op een vergoeding voor de huur: huurtoeslag. Zij krijgen dit van de belastingdienst toeslagen (overheid). Dit geldt alleen voor woningen die onder de huurtoeslag grens vallen (grens sociale huur). 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optie 2: Huis kopen
Stap 1: Ga op zoek naar een woning
Stap 2: Huis gevonden?
Je gaat het huis bezichtigen. Is het huis naar wens? Dan doe je een bod bij de verkopers van het huis. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huis kopen
Hoe betaal je een huis?
  • Sparen
  • Lenen 

--> Hypothecaire lening
= een lening met een huis als onderpand (met rente!).
--> Deels aftrekbaar bij belasting!



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huis kopen
Stap 3. Je bod is geaccepteerd! 
Bijkomende kosten koper:
  • Overdrachtsbelasting (2%)
  • Notariskosten: transportakte, ingeschreven bij het Kadaster. 

De notaris zorgt er vervolgens voor dat het geld wordt overgemaakt. Het huis is nu officieel van jou!




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gemeentelijke belastingen?

Voor huisbezitters:
WOZ-waarde: waarde van je woning die door de gemeente
                             wordt vastgesteld
- Onroerend zaakbelasting/OZB: deel van de WOZ-waarde (WOZ 
                                                                    Wet Onroerendezaakbelasting)
Voor iedereen:
- rioolheffing en afvalstoffenheffing



Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten koper
Koop je een bestaande woning, dan moet je ook kosten koper (k.k.) betalen. Deze kosten koper bestaan onder meer uit:
  • Overdrachtsbelasting
  • Makelaarskosten
  • kosten voor de notaris.

De kosten koper bedragen in totaal ongeveer 5% van de koopprijs.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld lenen voor een huis
Bijna niemand heeft genoeg spaargeld om in 1x een huis te kunnen kopen.
Daarom sluit je een lening af bij een bank. Die lening heet: hypothecaire lening (of: hypotheek)
Voor de bank is het huis het onderpand. Dat betekent dat de bank je huis mag verkopen als jij je hypotheek niet meer kunt betalen.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
  • In tweetallen
  • Zachtjes overleggen
  • Opdracht 6, 7, 8 en 10
  • 10 minuten de tijd
  • Klaar? --> verder met  opgave 9 en 11


timer
15:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten les 
  • Ik kan uitleggen wat de woningmarkt is
  • Ik kan uitleggen hoe het huren van een huis in zijn werk gaat en wat huurtoeslag inhoudt. 
  • Ik kan een voordeel noemen van het kopen van een huis in vergelijking tot huren
  • Ik kan uitleggen wat een hypothecaire lening is.
  • Ik kan twee voorbeelden geven van gemeentelijke belastingen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies