Entree rekenen vervoer met grafieken en tabellen
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
In New York is het 6 uur vroeger.
Hoe laat is het in New York als je daar aankomt?
Hoe laat is het in New York als je daar aankomt?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Slide 6 - Woordweb
Vraag 1A
Wat staat er op de horizontale as?
Wat staat er op de horizontale as?
Slide 7 - Open vraag
Vraag 1B
Wat staat er op de verticale as?
Wat staat er op de verticale as?
Slide 8 - Open vraag
Vraag 2A
Op welke dag zette de eigenaar de meeste stappen?
Op welke dag zette de eigenaar de meeste stappen?
Slide 9 - Open vraag
Vraag 2B
Op welke dag zette de eigenaar de minste stappen?
Op welke dag zette de eigenaar de minste stappen?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Een langer balkje in dit staafdiagram betekent dat het vervoersmiddel:
Meer vervuilend is.
Minder vervuilend is.
Slide 13 - Poll
Vraag 3B
Wat is het meest vervuilende vervoersmiddel?
Leg uit.
Wat is het meest vervuilende vervoersmiddel?
Leg uit.
Slide 14 - Open vraag
Vraag 3C
Wat is volgens het staafdiagram het minst vervuilend: de scooter of de metro. Leg uit.
Wat is volgens het staafdiagram het minst vervuilend: de scooter of de metro. Leg uit.
Slide 15 - Open vraag
Waarom is de waarde van de fiets 0 in het diagram?
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Tekstslide
Vraag 5
Hoe vaak moet de brandweer uitrukken in februari?
Hoe vaak moet de brandweer uitrukken in februari?
Slide 18 - Open vraag
Vraag 6
Hoeveel euro besteedt een huishouden ongeveer per jaar aan verkeer en vervoer?
Hoeveel euro besteedt een huishouden ongeveer per jaar aan verkeer en vervoer?
