4.3 Steden in de wereld (2)

DM1L
Wat gaan we doen?
Even herhalen
Bespreken P4.3
Maken P4.3

Leerdoel:
weet je wat een megastad, een hoofdstad en een wereldstad zijn
kun je het verschil uitleggen tussen een krottenwijk, een voorstad en het zakencentrum.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DM1L
Wat gaan we doen?
Even herhalen
Bespreken P4.3
Maken P4.3

Leerdoel:
weet je wat een megastad, een hoofdstad en een wereldstad zijn
kun je het verschil uitleggen tussen een krottenwijk, een voorstad en het zakencentrum.

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent urbanisatie?

Slide 2 - Open vraag

Waardoor groeit een stad?

Slide 3 - Open vraag

Wat is "infrastructuur"?
A
Een hobbelige weg
B
Autowegen
C
Autowegen en spoorwegen
D
Auto, spoor en waterwegen

Slide 4 - Quizvraag

urbanisatie
infrastructuur
voorzieningen

Slide 5 - Sleepvraag

Megastad, wereldstad, hoofdstad
megastad:
meer dan 10 miljoen inwoners

wereldstad:
belangrijk voor de hele wereld

hoofdstad:
stad waar meestal de regering zit



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Megastad, wereldstad, hoofdstad
de meeste megasteden -> 
in Azië

het continent waar het grootste deel van de mensen op het platteland woont-> 
in Afrika



Slide 8 - Tekstslide

Zakencentrum, voorsteden en krottenwijken 
zakencentrum -> 
In het midden van de stad

Kenmerken:
  • er wonen weinig mensen
  • er staan veel wolkenkrabbers
  • de grondprijzen zijn er hoog



Slide 9 - Tekstslide

Zakencentrum, voorsteden en krottenwijken 
Woonwijken, verder van het centrum met meer ruimte en rust heten:

 
voorsteden

Slide 10 - Tekstslide

Zakencentrum, voorsteden en krottenwijken 
In arme landen zijn aan de rand van steden vaak krottenwijken

kenmerken 
  • ongunstige plekken in de stad
  • onverharde wegen
  • vaak geen elektriciteit, drinkwater en riolering



Slide 11 - Tekstslide

Maken P4.3 vraag 1 t/m 10 (blz. 148 t/m 153)
Klaar? Maken herhaling en verdieping
Klaar? Leren begrippen

Slide 12 - Tekstslide