04.11.24: SO bespreken en oefenen PW Lezen argumentatiestr.
1 / 22
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Onderwerp en hoofdgedachte van een tekst zijn hetzelfde.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
De hoofdgedachte is het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van de tekst?
Hoe herken je de inleiding van een tekst?
A
De eerste alinea van een tekst is altijd de inleiding
B
In de inleiding wordt het onderwerp aangekondigd; daarna volgt een nieuw onderwerp
C
De inleiding is ook wel eens de derde alinea van een tekst
D
In de inleiding wordt het onderwerp aangekondigd en er wordt altijd een grapje of anekdote verteld
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets vindt of niet vindt
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst
Slide 17 - Quizvraag
Welk argumentatieschema zie je hier?
A
enkelvoudig
B
onderschikkend
C
nevenschikkend
