Herhaling H7
1 / 45
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kun je materialen
verbinden?
verbinden?
A
Wegnemen van materiaal met gereedschap
B
Met schroeven of bouten vastmaken
C
Mengen van materialen
D
Aan elkaar lijmen van materialen
Slide 4 - Quizvraag
Welke bewerkingen
zijn verspanend?
zijn verspanend?
A
boren, zagen
B
vijlen
C
schaven
D
buigen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is beter verspaanbaar?
A
Metaal
B
Hout
Slide 6 - Quizvraag
Wat is verspaanbaarheid?
A
Mengen van materialen
B
Wegnemen van materiaal met gereedschap
C
Samenstellen van materialen
D
Verbinden van materialen
Slide 7 - Quizvraag
Welk materiaal is goed verspaanbaar?
A
ijzer
B
hout
Slide 8 - Quizvraag
Welke bewerkingen
zijn verspanend?
zijn verspanend?
A
boren, zagen
B
vijlen
C
schaven
D
buigen
Slide 9 - Quizvraag
welke bewerkingen zijn verspannend
(meer antwoorden mogelijk)
(meer antwoorden mogelijk)
A
boren zagen
B
vijlen
C
schaven
D
buigen
Slide 10 - Quizvraag
Welke eigenschap heeft verspaanbaar materiaal?
A
Het kan worden bewerkt
met gereedschappen.
B
Het kan alleen worden
bewerkt met warmte.
C
Het kan niet
worden bewerkt.
D
Het kan alleen worden
bewerkt met zuren.
Slide 11 - Quizvraag
Welke bewerkingen is niet verspanend?
A
boren
B
buigen
C
schaven
D
zagen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Een composiet is een combinatie van verschillende materialen:
A
Daardoor wordt het mooier.
B
Die materialen zijn altijd metalen.
C
Hierdoor krijg je een sterker materiaal.
D
Dan past beter bij elkaar.
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Een grondstof is het eindproduct in een productieproces.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Wat is in het productieproces van koperdraad het halfproduct?
A
koper
B
koperdraad
C
koperen staaf
D
kopererts
Slide 23 - Quizvraag
Welke maatregelen kunnen worden genomen om de negatieve gevolgen van productie op het milieu te verminderen?
A
Gebruik van duurzame energie
B
Verhoging van afvalproductie
C
Toename van giftige emissies
D
Recycling van materialen
Slide 24 - Quizvraag
Hoe kan een milieuvriendelijk productieproces bijdragen aan een positief effect op het milieu?
A
Minder afvalproductie
B
Energiebesparing
C
Toename van broeikasgassen
D
Meer waterverbruik
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Soorten afval
Slide 31 - Sleepvraag
Recyclen
Hergebruik
Cola fles
Auto op marktplaats
Oude krant
Boodschappentas
Kringloopwinkel
Bananenschil
Kapotte televisies
Slide 32 - Sleepvraag
Niet gebruiken
Opnieuw gebruiken
Recyclen
Je koopt geen nieuwe trui, want je hebt er al vijf in je kast
Je ruilt een boek dat je hebt gelezen met een vriend
Je gooit glas in de glasbak
Slide 33 - Sleepvraag
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Wat is de eenheid die wordt gebruikt om het volume te meten?
A
De eenheid is gram.
B
De eenheid is kubieke centimeter (cm³).
Slide 38 - Quizvraag
Hoe bepaal je het volume met de onderdompelmethode?
A
Door het verschil in waterpeil te meten.
B
Door te wegen op een weegschaal.
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Wat is de formule voor het berekenen van dichtheid?
A
Temperatuur x Tijd
B
Massa / Volume
C
Gewicht / Oppervlakte
D
Lengte x Breedte x Hoogte
Slide 43 - Quizvraag
Slide 44 - Tekstslide
Sleep naar de vakken drijven, zweven of zinken
Drijven
Zweven
Zinken
Rubber in
zeewater
Rubber in
kwik
Ijs in
olie
Ijs in
zeewater
Balsahout in olie
Koper in
zeewater
Koper in
kwik
Rubber in
alcohol
Ijs in
alcohol
