Present simple vs present continuous

Grammar
Present simple vs present continuous

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Grammar
Present simple vs present continuous

Slide 1 - Tekstslide

Vind de fout: Kate like to eat a apple.
A
eat
B
like
C
a
D
apple

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer pas je de SHIT-rule toe?
A
I, you
B
We, they
C
She/he/it
D
When you are in trouble

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present simple?
A
Gewoonte
B
Hobby
C
Waarheid/feit
D
Iets dat langere tijd of permanent is

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present continuous?
A
Iets is nu aan de gang
B
Je bent NU iets aan het doen
C
Iets gebeurt nu
D
Alle drie de antwoorden zijn waar

Slide 5 - Quizvraag

Staat in deze zin de continuous?
Look! The clouds are moving fast.
A
True
B
False

Slide 6 - Quizvraag

Write a sentence in the 'present continuous'

Slide 7 - Woordweb

Present Simple / Continuous:
My dad ... (work) tonight.

Slide 8 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
Water ........ (boil) at 100 degrees.

Slide 9 - Open vraag

Vul in: present simple / continuous
He ....... (brush) his teeth twice a day.

Slide 10 - Open vraag

Present Simple / Continuous:
The plane ... (leave) as we speak.

Slide 11 - Open vraag

Hoe maak je een vraag in de present continuous?
A
Do/does toevoegen
B
Gewoon een vraagteken achter de zin zetten
C
onderwerp en de vorm van "to be" omdraaien

Slide 12 - Quizvraag

Maak een vraagzin van:
We are having fun!

Slide 13 - Open vraag