Economisch rekenen H2

Economisch rekenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economisch rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je
  • Een saldo uitrekenen
  • Rentebedrag uitrekenen
  • Een percentage uitrekenen

Slide 2 - Tekstslide

Saldo berekenen
Saldo = het geldbedrag op je bankrekening

Verandert door stortingen (+) en opnames (-)



Slide 3 - Tekstslide

Saldo berekenen
456 + ... -90 = 510

Hoe bereken je wat er op de stippellijn komt?
  1. 456 - 90 = 366
  2. 366 + ... = 510
  3. 510 - 366 = 144
  4. controleer je antwoord door in te vullen!!!

Slide 4 - Tekstslide

Saldo berekenen
Bereken het lege vakje bij de 4e rij.


Slide 5 - Tekstslide

Saldo berekenen
Bereken het lege vakje bij de 4e rij.

  1. 99 + 9440 = 9539
  2. 9539 - ... = 8000
  3. 9539 - 8000 = 1539
  4. Controleer je antwoord door in te vullen

Slide 6 - Tekstslide

Rente berekenen
Rente is de beloning die je krijgt op het uitlenen van geld.

Rente % = ALTIJD voor een JAAR!!!

8% rente betekent na 12 maanden krijg je 8% over het spaarbedrag

Slide 7 - Tekstslide

Rente berekenen
Stel dat je €350 op je spaarrekening zet.

De rente is 1,2%
Hoeveel rente heb je na 1 jaar?
350 : 100 x 1,2 = €4,20
of
1,2 : 100 x 350 = €4,20

%
100
1
1,2
350
3,5
4,2

Slide 8 - Tekstslide

% naar factor omrekenen
Met de factor kun je snel een percentage uitrekenen
factor = % : 100
12% : 100 = factor 0,12
45% : 100 = factor 0,45
150% : 100 = factor 1,50

12% van 500 = 0,12 x 500 = €60

Slide 9 - Tekstslide

Bereken telkens de factor
20% =
5% =
122% =
0,4% =

Slide 10 - Open vraag

2 % = 0,2
0,5% = 0,05
122% = 1,22
0,4% = 0,004

Slide 11 - Tekstslide

5% van 200 =
A
0,05 x 200
B
0,5 x 200
C
200 : 5 x 100
D
100 : 200 x 5

Slide 12 - Quizvraag

Percentage berekenen
Stel dat je €20,- rente hebt gekregen. Jouw spaargeld was €400.

Hoeveel % rente heb je ontvangen?

Methode 1) tabel
Methode 2) formule

Slide 13 - Tekstslide

Percentage berekenen
Stel dat je €20,- rente hebt gekregen. Jouw spaargeld was €400.

Hoeveel % rente heb je ontvangen?
Methode 1) tabel

400
20
%
100

Slide 14 - Tekstslide

Percentage berekenen
Stel dat je €20,- rente hebt gekregen. Jouw spaargeld was €400.

Hoeveel % rente heb je ontvangen?
Methode 1) tabel
Antwoord = 5%
400
1
20
%
100
0,25
5

Slide 15 - Tekstslide

Percentage berekenen
Stel dat je €20,- rente hebt gekregen. Jouw spaargeld was €400.

Hoeveel % rente heb je ontvangen?
Methode 2) formule
Wat je wilt weten : totaal x 100 
20 : 400 x 100 = 5%

Slide 16 - Tekstslide

Je hebt €55 rente ontvangen. Jouw spaarbedrag was €1300. Bereken het rentepercentage.

Slide 17 - Open vraag

55 is wat je wilt weten in %
1300 is het totaal



55 : 1300 x 100 = 4,23%
1300
1
55
%
100
0,07...
4,23

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Maak de rekenparagraaf van H2   blz. 64
12 minuten in stilte
Daarna overleggen op fluistertoon en vragen stellen toegestaan

timer
12:00

Slide 19 - Tekstslide