2.1.1 Je kunt uitleggen welke veranderingen een kracht kan veroorzaken.
2.1.2 Je kunt vijf verschillende soorten krachten noemen en beschrijven.
2.1.3 Je kunt de grootte van een kracht meten.
2.1.4 Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.
2.1.5 Je kunt een krachtenschaal gebruiken om een kracht op schaal te tekenen.
2.1.6 Je kunt het zwaartepunt van een voorwerp bepalen.
2.1.7 Je kunt beredeneren waar het zwaartepunt van een voorwerp zich bevindt. (plusstof)