eerste indruk

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

_{^{De eerste indruk}} 

Lesdoelen 

• Je weet hoe een eerste indruk ontstaat
• Je weet dat een eerste indruk op vooroordelen is gebaseerd
• Je bent je ervan bewust dat je een eerste indruk niet zomaar kwijt raakt.
• Je bent je ervan bewust dat een eerste indruk je kan maken of breken
  

Doelen

Wat is jouw eerste indruk van de jongen die je op de vorige dia zag?

00:15

Welke eerste indruk maakt Nick Nicolai op Angela en Gorden?

01:56

Is jouw indruk veranderd nu je iets meer te weten bent gekomen over Nick Nicolai?

1. ja
2. nee
3. een beetje

02:33

Welke 2 reacties laten Gorden en Angela zien?

1. ze denken dat hij goed kan zingen
2. ze maken hem een beetje belachelijk
3. ze denken dat hij een te moeilijk liedje heeft gekozen

04:23

Ik vind dat Nick Nicolai …..

1. een klein beetje zang talent heeft
2. goed kan zingen
3. super goed kan zingen
4. veel kans maakt om deze talentenjacht te winnen

05:58

Is Nick Nicolai erin geslaagd om de eerste indruk die Gorden en Angela van hem hadden te veranderen?

1. ja
2. nee

Hoeveel tijd heb je nodig om een eerste indruk te vormen?

Je vormt een eerste indruk op basis van:

• _{het uiterlijk} 
• _{het gedrag}
• _{hoe iemand beweegt} 
• _{hoe iemand praat}
• _{de gekozen kleding}
  

vooroordelen

Hoe iemand eruit ziet, doet, praat en beweegt wordt in de eerste seconden van een gesprek geregistreerd en geïnterpreteerd. Hierbij lopen alle betrokkenen het risico dat vooroordelen een rol spelen. 

Hoe je eruit ziet of doet valt meteen op. Kan verloop van een gesprek bepalen

Bevestiging zoeken 

Bij een eerste ontmoeting hebben mensen de neiging om hun eerste indruk  te bevestigen. Is de eerste indruk positief? Dan zal er onbewust gezocht worden naar informatie die positief is. Maar is de eerste indruk negatief? Dan zal onbewust gezocht worden naar informatie die negatief is. 

Negatieve indruk

Helaas laat een negatieve  eerste indruk zich moeilijk uitwissen. Onderzoek heeft aangetoond dat je 8 positieve reacties achter elkaar nodig hebt om een negatieve indruk weg te nemen. 

Opdracht 1

Wat straal ik uit? 

1. Kies er 5 uit die bij jou passen. 

2. Schrijf ze op.

3. Bespreek het met jouw buurman/buurvrouw en vraag of het klopt wat jij denkt dat jij uitstraalt. 

Samen bespreken

Opdracht 2

1. Welke indruk wil jij achterlaten?
2. Hoe ga je dit doen?

Wat vond je van deze les?