Budgetteren: Geld beheren als een pro

Budgetteren: Geld beheren als een pro
‘Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden’
Werkproces B-K1-W3 KD 2022


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Budgetteren: Geld beheren als een pro
‘Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden’
Werkproces B-K1-W3 KD 2022


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Budgetteren: Geld beheren als een pro
De (persoonlijk) begeleider maatschappelijke zorg:
• ondersteunt de client bij wonen en huishouden
• kan begrotingen opstellen
• kan administratieve handelingen uitvoeren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les:
Kun je uitleggen wat budgetteren is
Welke stappen hierbij komen kijken
Hoe je het kunt uitvoeren
Heb je geoefend met casuïstiek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over budgetteren?
Wat is het?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Budgetteren is een essentiële vaardigheid om je geld effectief te beheren.

Door doelen te stellen, een budget te maken en je uitgaven en inkomsten bij te houden, kun je financiële stabiliteit bereiken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is budgetteren?
Het maken en volgen van een plan voor het beheren van je geld. 

Het gaat om:
  • het stellen van doelen, 
  • het maken van een budget 
  • het bijhouden van je uitgaven en inkomsten.

Slide 6 - Tekstslide

Budgetteren is het maken en volgen van een plan voor het beheren van je geld. Het gaat om het stellen van doelen, het maken van een budget en het bijhouden van je uitgaven en inkomsten.
Een budget maken
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven. 

Je krijgt inzicht in:
- waar je geld naartoe gaat 

Je kunt bepalen:
-hoeveel je aan verschillende categorieën kunt besteden.

Slide 7 - Tekstslide

Een budget is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven. Door een budget te maken, krijg je inzicht in waar je geld naartoe gaat en kun je bepalen hoeveel je aan verschillende categorieën kunt besteden.
Doelen stellen
Bij budgetteren is het belangrijk om doelen te stellen.

  • Korte termijn doelen 
  • Lange termijn doelen

Slide 8 - Tekstslide

Bij budgetteren is het belangrijk om doelen te stellen. Dit kunnen korte termijn doelen zijn, zoals het sparen voor een nieuwe telefoon, of langetermijndoelen, zoals het opbouwen van een noodfonds.
Project: wat zijn korte termijn doelen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Project: wat zijn lange termijn doelen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen stellen
Bij budgetteren is het belangrijk om doelen te stellen.

  • Korte termijn doelen zijn, 
  • bijv. zoals het sparen voor een nieuwe telefoon, 

  • Langetermijndoelen, 
  • bijv. zoals het opbouwen van een noodfonds.

Slide 11 - Tekstslide

Bij budgetteren is het belangrijk om doelen te stellen. Dit kunnen korte termijn doelen zijn, zoals het sparen voor een nieuwe telefoon, of langetermijndoelen, zoals het opbouwen van een noodfonds.
Uitgaven bijhouden
Dit is een cruciaal onderdeel van budgetteren.

Door al je uitgaven te noteren:
- zien waar je mogelijk geld kunt besparen 
- waar je je aan je budget moet houden.

Slide 12 - Tekstslide

Het bijhouden van je uitgaven is een cruciaal onderdeel van budgetteren. Door al je uitgaven te noteren, kun je zien waar je mogelijk geld kunt besparen en waar je je aan je budget moet houden.
Inkomsten beheren
Zorg ervoor dat je al je inkomsten opneemt in je budget!

Bepaal:
- hoeveel je wilt sparen of
- aan andere doelen wilt besteden.

Slide 13 - Tekstslide

Naast het bijhouden van je uitgaven, is het ook belangrijk om je inkomsten te beheren. Zorg ervoor dat je al je inkomsten opneemt in je budget en bepaal hoeveel je wilt sparen of aan andere doelen wilt besteden.
Het uitvoeren van budgetteren
In de praktijk brengen:
- begin met het stellen van doelen,
- maak een budget, 
- houd je uitgaven bij,
- beheer je inkomsten.

Slide 14 - Tekstslide

Nu je weet wat budgetteren inhoudt en welke stappen erbij komen kijken, is het tijd om het in de praktijk te brengen. Begin met het stellen van doelen, maak een budget, houd je uitgaven bij en beheer je inkomsten.
Wat is de betekenis van budgetteren?
A
Het plannen en beheren van financiële middelen
B
Het kunnen kopen van producten
C
Het sparen voor grote uitgaven
D
Het lenen van geld bij de bank

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van budgetteren?
A
Het verdienen van veel financiële middelen, veel geld.
B
Het vergroten van persoonlijk geluk
C
Het vermijden van belastingen
D
Het creëren van financiële stabiliteit

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor GHZ
Stappen:
1. Stel orde op zaken
2. Maak een begroting
3. Neem contact op met je schuldeisers
4. Los verstandig af
5. Maak keuzes
6. WSNP als laatste noodgreep
7. Voorkom nieuwe schulden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor GHZ
1. Regelmaat en structuur: Zorg dat het beheren van financiën een vaste routine wordt, zodat cliënten voorspelbaarheid hebben.
2. Visuele hulpmiddelen: Werk met visuele hulpmiddelen zoals pictogrammen of kleurcodes om financiën overzichtelijk te maken.
3. Geduld en herhaling: Werk stap voor stap en herhaal regelmatig basisconcepten van budgetteren, zodat cliënten deze beter begrijpen.
4. Individuele aanpak: Pas de begeleiding aan op de individuele behoeften en beperkingen van de cliënt, zoals het gebruik van digitale of fysieke hulpmiddelen.
5. Inschakelen van externe hulp: Denk aan het inschakelen van budgetcoaches, bewindvoerders of familieleden om cliënten bij te staan in het beheren van hun financiën.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Oefenen met casusen!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.