BS5.1 Genotype en Fenotype

BS5.1 Genotype en Fenotype
op tafel: gesloten MacBook
pen 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS5.1 Genotype en Fenotype
op tafel: gesloten MacBook
pen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laten we beginnen met een klein testje

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.
5.1.2 Je kunt uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Introductievideo DNA 
Bespreken vragen 
Opdrachten
Afsluiting 


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vragen video
1. DNA is de stof die informatie bevat voor jouw erfelijke eigenschappen. Het bepaald bijvoorbeeld jouw oogkleur en lengte. 



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

begrippen: chromosomen, DNA
Vragen video
1. DNA is de stof die informatie bevat voor jouw erfelijke eigenschappen. Het bepaald bijvoorbeeld jouw oogkleur en lengte. 
2. De DNA-code is (net) anders.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen video
1. DNA is de stof die informatie bevat voor jouw erfelijke eigenschappen. Het bepaald bijvoorbeeld jouw oogkleur en lengte. 
2. De DNA-code is (net) anders.
3. Een gen is een stukje DNA dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen video
1. DNA is de stof die informatie bevat voor jouw erfelijke eigenschappen. Het bepaald bijvoorbeeld jouw oogkleur en lengte. 
2. De DNA-code is (net) anders.
3. Een gen is een stukje DNA dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap. 
4. fenotype = genotype + invloeden vanuit het milieu 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het fenotype veranderd, genotype blijft hetzelfde 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk, BS5.1 
Maak opdracht 1b, 2 t/m 4, 6

Extra: 8 en 9

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the gaps
In elke lichaamscel zitten 46 ...(1)... . Deze liggen als dunne draden in de ...(2)... van een cel. Ze bestaan voor een groot deel uit de stof ...(3)... . Deze stof bevat informatie over erfelijke eigenschappen. De stukjes DNA die zorgen voor één erfelijke eigenschap noem je een ...(4)... .  De complete set aan DNA noem je het ...(5)... . Samen met omgevingsfactoren bepaalt dit je ...(6)... . 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the gaps
In elke lichaamscel zitten 46 ...(1)... . Deze liggen als dunne draden in de ...(2)... van een cel. Ze bestaan voor een groot deel uit de stof ...(3)... . Deze stof bevat informatie over erfelijke eigenschappen. De stukjes DNA die zorgen voor één erfelijke eigenschap noem je een ...(4)... .  De complete set aan DNA noem je het ...(5)... . Samen met omgevingsfactoren bepaalt dit je ...(6)... . 

Te gebruiken: fenotype, gen, genotype, DNA, chromosomen, celkern 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de goede volgorde
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom- DNA- cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke klopt?
A
Fenotype = genotype + omgeving
B
Omgeving = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + omgeving

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies