kennisquiz online communicatie

Kennis quiz online communicatie






Tijd is geld, dus 20 seconden per vraag
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kennis quiz online communicatie






Tijd is geld, dus 20 seconden per vraag

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een blog?
A
Een blog is een online dagboek.
B
Een blog is een videoplatform.
C
Een blog is een muziekstreamingservice.
D
Een blog is een offline tijdschrift.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is belangrijk voor een succesvolle blog?
A
Willekeurigheid, kwantiteit, negeren van feedback.
B
Stilte, slechte inhoud, desinteresse in het publiek.
C
Onregelmatigheid, lage standaard, gebrek aan betrokkenheid.
D
Consistentie, kwaliteit, interactie met lezers.

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn populaire blogplatforms?
A
Pinterest, Snapchat, Reddit.
B
YouTube, TikTok, LinkedIn.
C
WordPress, Blogger, Medium.
D
Facebook, Instagram, Twitter.

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn zoekwoorden?
A
Woorden die mensen in zoekmachines gebruiken
B
Woorden die op elke pagina moeten staan
C
Woorden die alleen in de titel staan
D
Woorden die alleen in de URL voorkomen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een risico van het negeren van online reacties?
A
Het vergroten van klanttevredenheid.
B
Het kan leiden tot een slechte reputatie.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kan een bedrijf online betrokkenheid vergroten?
A
Het alleen delen van promotionele inhoud.
B
Het stellen van vragen aan de volgers.

Slide 7 - Quizvraag

Wat kan helpen bij het opbouwen van een positief online imago?
A
Het reageren op elke negatieve reactie met weerstand.
B
Het delen van relevante en waardevolle content.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een effectieve strategie om online reacties te managen?
A
Snel en empathisch reageren op feedback.
B
Het negeren van alle online reacties.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van zoekwoordenonderzoek?
A
Het maken van mooie grafische ontwerpen
B
Het schrijven van een verkoopbrief
C
Ontdekken welke termen mensen gebruiken in zoekmachines
D
Het optimaliseren van de laadsnelheid van een website

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen SEO en SEA?
A
SEO en SEA zijn eigenlijk hetzelfde
B
SEO is organisch en SEA is betaald adverteren
C
SEA is gericht op sociale media
D
SEO is alleen voor lokale zoekopdrachten

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent SEA?
A
Search Engine Automation
B
Search Engine Advertising
C
Social Engagement Analytics
D
Site Experience Assessment

Slide 12 - Quizvraag

Wat is SEO?
A
Het ontwerpen van een logo
B
Het adverteren op sociale media
C
Het optimaliseren van een website voor zoekmachines
D
Het schrijven van blogartikelen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een veelvoorkomende reden voor afleiding tijdens online lezen?
A
Slechte internetverbinding
B
Gebrek aan interesse
C
Notificaties op sociale media
D
Te lange teksten

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de onderstaande is een belangrijk type website voor interactieve communicatie?
A
Een online winkel waar producten kunnen worden gekocht.
B
Een sociaal netwerk platform.
C
Een website van een non-profit organisatie met informatie over hun missie.
D
Een online encyclopedie met informatie over diverse onderwerpen.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een transactiegerichte website?
A
Een online bankieren platform.
B
Een platform waar gebruikers online artikelen kunnen publiceren.
C
Een blog over reizen met tips en ervaringen.
D
Een virtuele kunstgalerij met informatie over schilderijen.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kunnen gebruikers het beste informatie op een webpagina scannen?
A
Door alleen de inleiding en conclusie te lezen.
B
Door elke zin van boven naar beneden te lezen.
C
Door de achtergrondkleur van de pagina aan te passen.
D
Door gebruik te maken van koppen en subkoppen.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een belangrijke richtlijn bij het schrijven voor het web?
A
Lange alinea's en uitgebreide beschrijvingen.
B
Veel vakjargon en complexe zinsconstructies.
C
Korte alinea's en gebruik van opsommingstekens.
D
Herhaling van dezelfde informatie op verschillende pagina's.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een interactieve website?
A
Een blog met artikelen over verschillende onderwerpen.
B
Een webshop waar klanten producten kunnen personaliseren.
C
Een statische website met alleen informatie.
D
Een portfolio website van een fotograaf.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een goed gebruik van emoji's in zakelijke e-mails?
A
Geen emoji's gebruiken
B
Spaarzaam en passend gebruiken
C
Elke zin eindigen met een emoji
D
Een hele rij emoji's toevoegen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een geschikte lengte voor een e-mailonderwerp?
A
1-2 woorden
B
20-25 woorden
C
10-15 woorden
D
5-7 woorden

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een gepaste manier om online berichten te beëindigen?
A
Tot ziens
B
Doei
C
Met vriendelijke groet, [naam]
D
Dank je wel

Slide 22 - Quizvraag

Wat is webcare?

A
Een marketingstrategie
B
Een vorm van webdesign
C
Klantenservice via social media
D
Een online betalingsdienst

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen webcare en klantenservice?
A
Webcare is alleen via e-mail
B
Klantenservice is alleen voor klachten
C
Webcare is alleen voor technische vragen
D
Webcare is openbaar, klantenservice is privé

Slide 24 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij het geven van webcare?
A
Snelheid en persoonlijke benadering
B
Lange wachttijden
C
Standaardantwoorden gebruiken
D
Formele taalgebruik

Slide 25 - Quizvraag

Welke kanalen worden vaak gebruikt voor webcare?
A
LinkedIn, Pinterest, Snapchat
B
WhatsApp, Skype, Telegram
C
Facebook, Twitter, Instagram
D
Google Ads, YouTube, TikTok

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn de doelen van webcare?
(laatste vraag)
A
Verkoopcijfers verhogen
B
Klanttevredenheid verhogen en reputatieschade beperken
C
Meer websitebezoekers genereren
D
Nieuwe producten ontwikkelen

Slide 27 - Quizvraag