herhaling en thema gezondheid

Taalklas
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalklas

Slide 1 - Tekstslide

welke dag en datum is het vandaag?

Slide 2 - Open vraag

Welk seizoen is het?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 3 - Quizvraag

Een jaar heeft .......seizoenen
A
12
B
4
C
6
D
2

Slide 4 - Quizvraag

Taalklas vandaag
Sector en stage
Herhalen woorden en woorden "gezondheid"
Lezen
Numo

Slide 5 - Tekstslide

Wat is jouw postcode?

Slide 6 - Open vraag

Je bsn nummer
Staat op je paspoort/ ID kaart

Gebruik je voor:
"officiele formulieren" bijvoorbeeld om je rijbewijs aan te vragen.

Ieder heeft zijn eigen nummer!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

ID en paspoort?

Slide 9 - Tekstslide

het legitimatiebewijs
Officieel papier of pasje waarmee je kunt bewijzen wie je bent.
Een paspoort is een legitimatie-bewijs

Slide 10 - Tekstslide

Sectoren Dienstverlening en Zorg

Slide 11 - Tekstslide

Sector groen

Slide 12 - Tekstslide

Sectoren

Slide 13 - Tekstslide

Sector Winkel

Slide 14 - Tekstslide

Sector Techniek

Slide 15 - Tekstslide

Sector: detailhandel

werken in een winkel
schoonmaker
bewaker
congierge

Slide 16 - Tekstslide

Verschillende sectoren

Slide 17 - Tekstslide

Werken in de horeca

Slide 18 - Tekstslide

De horeca
Bedrijfstak waar hotels, restaurants en cafe's bij horen.

Slide 19 - Tekstslide

Bij welke sector past dit beroep?
A
Winkel
B
Groen
C
Techniek
D
Horeca

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke sector past dit beroep?
A
Winkel
B
Groen
C
Techniek
D
Zorg

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke sector past dit beroep?
A
Verkoop en logistiek
B
Horeca
C
Techniek
D
Zorg en dienstverlening

Slide 22 - Quizvraag

Belangrijke woorden op stage en werk
Wat is een collega?
Wat is externe stage?
Wat is interne stage?


Slide 23 - Tekstslide

Zo gezond als een ...............
A
banaan
B
vis
C
tomaat
D
octopus

Slide 24 - Quizvraag

In groente en fruit zitten veel .......... die helpen om gezond te blijven.
A
vitamines
B
gezonde dingen
C
vruchtvlees
D
pitjes

Slide 25 - Quizvraag

de gezondheid
A
dieet
B
ziekte
C
koorts
D
hoe het gaat met je lichaam

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een bijsluiter?
Een bijsluiter is een boekje/folder met informatie dat je krijgt bij medicijnen,

Slide 27 - Tekstslide

De bijsluiter
Een briefje bij een medicijn waarop staat wat er in dat medicijn zit, wat het medicijn met je doet en hoe je het medicijn moet gebruiken.

Slide 28 - Tekstslide

De bijsluiter

Slide 29 - Tekstslide

Wat je van iemand kan zeggen
die veel sport
A
krachtpatser
B
stoer
C
sportief
D
sterk

Slide 30 - Quizvraag

Welke sporten ken jij?

Slide 31 - Open vraag

Wie is er sportief?
Wie zit er op een sport?
Wie beweegt?

Slide 32 - Tekstslide

Het eetpatroon
Wat je elke dag eet en wanneer je dat doet.

Slide 33 - Tekstslide

Ontbijt jij in de ochtend?
ja
nee

Slide 34 - Tekstslide



Ontbijt

Slide 35 - Tekstslide

het eetpatroon

Slide 36 - Tekstslide

het dieet

Slide 37 - Tekstslide

Het dieet
De regels die zeggen of je wel of niet mag eten of drinken, bijvoorbeeld als je wilt afvallen.

Slide 38 - Tekstslide

samen lezen

Slide 39 - Tekstslide

Numo

Slide 40 - Tekstslide