Oefenvragen Thema 13 transport en afweer

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Oefenvragen Thema 13 Transport en afweer

Wat is de taak van rode bloedcellen?

1. bacteriën bestrijden
2. opgeloste stoffen vervoeren
3. wondjes afsluiten
4. zuurstof vervoeren

Wat is de taak van witte bloedcellen?

1. bacteriën bestrijden
2. opgeloste stoffen vervoeren
3. wondjes afsluiten
4. zuurstof vervoeren

Wat is de officiële benaming voor bloedkanker?

De longen horen bij de...

1. grote bloedsomloop
2. kleine bloedsomloop

In de kleine bloedsomloop wordt...

1. zuurstof opgenomen in het bloed
2. zuurstof afgegeven aan de organen

Zuurstofrijk bloed wordt aangegeven met de kleur...

1. blauw
2. rood

Hoe heet een bloedvat dan bloed richting de lever transporteert?

1. leverader
2. leverhaarvat
3. leverslagader

Hoe heet een bloedvat tussen de aorta en de maag?

1. maagader
2. maaghaarvat
3. maagslagader

Hoe heet een bloedvat tussen de onderste holle ader en een nier?

1. nierader
2. nierhaarvat
3. nierslagader

Hoe heet een bloedvat tussen de aorta en de hartspier?

1. kransader
2. hartslagader
3. kransslagader
4. hartader

Geef de naam van het bloedvat tussen de rechter kamer en de longen

Geef de naam van het bloedvat tussen de darm en de lever

Wat is de functie van fibrinogeen?

1. Het zorgt voor zuurstoftransport
2. Het speelt een rol bij de afweer
3. Het speelt een rol bij de bloedstolling

Bij de bloedstolling vinden onder andere de volgende processen plaats:
1 Er ontstaat een korstje ;
2 Er vormt zich een netwerk van draden ;
3 Fibrinogeen wordt omgezet in fibrine ;
4 Uit bloedplaatjes komen stoffen vrij.

In welke volgorde vinden deze gebeurtenissen plaats?

1. 3 - 2 - 4 - 1
2. 4 - 2 - 3 - 1
3. 3 - 4 - 2 - 1
4. 4 - 3 - 2 - 1

Welke bloeddeeltjes heb je teveel én werken niet goed bij Leukemie?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Bloedplasma

Wat voor soort kleppen zitten er op de plaats bij nummer 9?

1. Vetkleppen
2. Halvemaanvormige kleppen
3. Hartkleppen
4. Klepperende harten

Zet de drie hartfases in de juiste volgorde.

1. samentrekken kamers- rust - samentrekken boezems
2. Samentrekken boezems - rust- samentrekken kamers
3. Samentrekken boezems- samentrekken kamers- rust
4. Samentrekken kamers- samentrekken boezems-rust

Hoe heet de stof die zorgt voor hart- en vaatziekten?

1. Zetmeel
2. Cholesterol
3. Suiker
4. Fibrine

Een hartinfarct is het gevolg van...

1. een slappe hartspier
2. een verstopte kransader
3. een verstopte kransslagader
4. teveel sporten

Wat is GEEN risicofactor voor hart- en vaatziekten?

1. veel alcohol drinken
2. veel verzadigd vet eten
3. veel voedingsvezels eten
4. veel zout eten

Wat is de oorzaak van slagaderverkalking?

1. Het nauwer worden van een bloedvat
2. Het wijder worden van een bloedvat
3. Een beschadiging aan de binnenkant van een bloedvat

Wat is slagaderverkalking?

1. Het openen van bloedvaten door cholesterol
2. Het dichtslibben van bloedvaten door cholesterol
3. Het ontstaan van extra bloedvaten
4. Het slijten van bloedvaten door cholesterol

Hoe noemen we het als een deel van de hartspier geen zuurstof krijgt?

1. Hartinfarct
2. Beroerte
3. Hartritmestoornis
4. Herseninfarct

Wat is lymfe?

1. Lymfe is exact hetzelfde als weefselvloeistof
2. Vloeistof die uit de lymfevaten de weefsels in gaat
3. Weefselvloeistof met rode bloedcellen
4. Weefselvloeistof die in de lymfevaten is gestroomd

Wat is de functie van het lymfevatenstelsel?

1. Het lymfevatenstelsel transporteert zuurstof naar de cellen en voert afvalstoffen af.
2. Het lymfevatenstelsel voert lymfe terug naar het bloed en controleert lymfe op ziekteverwekkers en ongewenste stoffen.
3. Het lymfevatenstelsel helpt bij de spijsvertering en absorbeert voedingsstoffen.
4. Het lymfevatenstelsel pompt bloed door het lichaam en voorziet weefsels van voedingsstoffen.

Wat is de functie van de lymfeknopen (lymfeklieren)?

1. Halen voedingsstoffen uit lymfe
2. Zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers
3. Halen zuurstof uit lymfe
4. Maken lymfevloeistof

Wat is een bloedtransfusie?

1. Een medische procedure waarbij chemotherapie wordt gegeven aan een patiënt.
2. Een medische procedure waarbij bloed wordt afgenomen van een patiënt.
3. Een medische procedure waarbij bloed wordt gegeven aan een patiënt.
4. Een medische procedure waarbij een patiënt wordt geopereerd.

Van welk type bescherming is er sprake bij bescherming door maagzuur?

1. Algemene afweer
2. Specifieke afweer
3. Natuurlijke immuniteit
4. Actieve immunisatie

Een baby krijgt antistoffen door moedermelk.
Dit is een voorbeeld van:

1. natuurlijke actieve immuniteit
2. natuurlijke passieve immuniteit
3. kunstmatige actieve immuniteit
4. kunstmatige passieve immuniteit

Welke letter hoort bij
de bloedgroepbepaling van een
persoon met bloedgroep B?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Worden bij het tot stand komen van actieve immunisatie geheugencellen gevormd? En bij passieve immunisatie?

1. Geen van beide
2. Alleen bij actieve immunisatie
3. Alleen bij passieve immunisatie
4. Bij passieve en actieve immunisatie

Welke letter hoort bij
de bloedgroepbepaling van een
persoon met bloedgroep 0?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Van welk(e) type(n) bescherming is sprake bij bescherming door een injectie met serum?

1. Algemene afweer en passieve immunisatie
2. Algemene afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
3. Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en actieve immunisatie
4. Specifieke afweer, kunstmatige immuniteit en passieve immunisatie

Hoe noemen wij antistoffen ook wel?

1. Witte bloedcellen
2. Bloedplaatjes
3. Afweerstoffen
4. Geheugencellen

Eerste zwangerschap van R+ kind gaat meestal goed. Hoe komt dat?

1. De moeder heeft nog geen resusantistoffen
2. De moeder heeft nog geen resusantigenen
3. De moeder heeft nog geen antiresus geheugencellen

Het bloed van iemand wordt door middel van bloedgroepbepaling onderzocht. Het bloed klontert bij Anti-A en anti-B Welke bloedgroep heeft de persoon?

1. Bloedgroep AB
2. Bloedgroep B
3. Bloedgroep A
4. Bloedgroep 0

Een persoon met bloedgroep B- heeft een bloedtransfusie nodig.
Welke bloedgroep is mogelijk?

1. B-
2. B+
3. O- en B-
4. O - en B+

Wat zijn antistoffen

1. stoffen die door het bloedplasma vervoerd worden
2. stoffen die door witte bloedcellen gemaakt worden
3. stoffen in het bloed nadat je een ziekte hebt meegemaakt
4. alle antwoorden zijn goed

Iemand heeft op zijn rode bloedcellen bloedfactor A en in zijn bloedplasma anti-B en antiresus. Welke bloedgroep heeft deze persoon?

1. Bloedgroep A-
2. Bloedgroep A+
3. Bloedgroep B-
4. Bloedgroep B+

Wat kan een arts doen om te voorkomen dat een tweede kindje niet de verschijnselen van een resuskind gaat krijgen?

1. Tijdens de tweede zwangerschap antiresus toedienen in week 30 en net na de bevalling
2. Tijdens eerste zwangerschap Rh+ cellen toedienen aan de moeder.
3. Tijdens tweede zwangerschap Rh+ cellen toedienen aan de moeder.
4. Tijdens de eerste zwangerschap antiresus toedienen in week 30 en net na de bevalling

Anja heeft bloedgroep O+. Welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?

1. Alleen anti-resus
2. Alleen anti-A en anti-B
3. Zowel anti-A, anti-B als anti-resus

Antistoffen

1. stoffen die witte bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
2. stoffen die bloedplaatjes maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
3. stoffen die rode bloedcellen maken om ziekteverwekkers onschadelijk te maken
4. stoffen die in ziekteverwekkers zitten

Karel wil zijn bloedgroep weten. Bij een bloedgroepentest is er alleen klontering bij anti-B.
Wat is Karel zijn bloedgroep?

1. B+
2. B-
3. A+
4. A-

Natuurlijke immuniteit

1. ontstaat doordat je een vaccinatie hebt gekregen
2. ontstaat doordat je bijvoorbeeld een griepprik hebt gekregen
3. immuniteit die ontstaat doordat je de ziekte doormaakt (ziek bent geweest van een ziekte)
4. is een erfelijke ziekte

Wat is het voordeel van actieve immunisatie ten opzichte van passieve immunisatie?

1. Bij actieve immunisatie ontstaan geheugencellen
2. Bij passieve immunisatie ontstaan geheugencellen
3. Bij actieve immunisatie heb je minder bijwerkingen.
4. Bij actieve immunisatie hoeft het lichaam niet zelf antistoffen te maken.

Welke vorm van afweer zien we hier?

1. Algemene afweer
2. Specifieke afweer