H6 - PV tegenwoordige tijd of voltooid deelwoord

Tegenwoordige of voltooide tijd?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tegenwoordige of voltooide tijd?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk
Hoofdstuk 6 - Spelling (blz. 184-185)

Aan elkaar of los?

Slide 3 - Tekstslide

pv-tt, pv-vt en vt dw
Doelen:
-Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste      manier spellen.
- Ik kan het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.
- Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen 

Slide 4 - Tekstslide

persoonsvorm - 
tegenwoordige tijd

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm 
tegenwoordige tijd

Ik vorm
Ik vorm + T
Meervoud

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Mijn broer ... zijn geld aan games.
A
besteed
B
besteet
C
besteedt

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de pv-tt.

De docent (berekenen) ... het antwoord.

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van de pv-tt.

Wie (beantwoorden) ... de volgende vraag?

Slide 14 - Open vraag

 voltooid deelwoord 

Slide 15 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 16 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 17 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 18 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 19 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord van een sterk werkwoord is makkelijker om te schrijven, maar misschien moeilijker om te onthouden.


  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen

Slide 20 - Tekstslide

De invaldocent heeft over het algemeen goed (lesgeven).

Slide 21 - Open vraag

Mijn broertje heeft heel lang (geloven) dat spoken bestaan.

Slide 22 - Open vraag

De broodjes in de kantine zijn altijd dik (beleggen).

Slide 23 - Open vraag

Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

'Wat gebeurt daar achter in de klas?' vroeg de docent.
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 25 - Quizvraag

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Dat is nog nooit gebeurd!
_______
A
pv tt
B
vd

Slide 26 - Quizvraag

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Rob bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.
______
A
pv tt
B
vd

Slide 27 - Quizvraag

Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?
Zo ja, schrijf dit op.

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk
Hoofdstuk 6 - Spelling

Slide 29 - Tekstslide