1. Ik heb heel hard gejuich... voor mijn club.
2. Op onze vorige vakantie (dansen) ....... we elke avond, waarna we ons (douchen)...... op de hotelkamer
3. Ekrem (kiezen) ........... voor een andere studierichting en (genieten) ........... daar van zijn praktijkstages.
4. Eva en Ada...... (sauzen) vorige week in één middag alle wanden.