3.4 Nederland en Frankrijk: energie in de toekomst

3.4 Nederland en Frankrijk: energie in de toekomst
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.4 Nederland en Frankrijk: energie in de toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet welke doelen Nederland en Frankrijk zichzelf stellen op het gebied van duurzame energie.
  • Je kunt aangeven met welke uitdagingen beide landen te maken hebben om die doelen te halen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over
KLIMAATAKKOORD?

Slide 3 - Woordweb

Doelen Nederland:
Nederland wil duurzamer worden en minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt en doelen opgesteld in een klimaatakkoord. Hierin staat hoe de energievoorziening in de toekomst duurzamer moet worden.

Er wordt gemikt op 70% groene stroom in 2030 en in datzelfde jaar moet de uitstoot van broeikasgassen meer dan de helft minder zijn
dan die van 1990 (-55%).

Slide 4 - Tekstslide

Thermische centrale
Veelal aan rivieren:
  • Aanvoer brandstoffen
  •  Koelwater
De meeste thermische centrales in Nederland werken op aardgas, ongeveer 70 stuks

PROBLEMATISCH DUS VOOR DE DOELEN

Slide 5 - Tekstslide

Veranderingen (transitie)
- kolencentrales sluiten,
- meer windparken (offshore)
- geen nieuwe benzineauto’s meer op de markt
- veel geld gestopt in onderzoek naar nieuwe, schone energiebronnen, zoals waterstof en aardwarmte
- nieuwe plannen om energie slimmer te produceren en benutten, zoals warmtekrachtkoppeling
om doelen te bereiken

Slide 6 - Tekstslide

Waterstof

Slide 7 - Tekstslide

Bron 8: Aardwarmte
Geothermische energie, water wordt opgewarmd door aardwarmte.

Geothermische centrale, hier wekken ze d.m.v. een turbine elektriciteit op.

Slide 8 - Tekstslide

gem. op 2 km diepte

Slide 9 - Tekstslide

Warmtekrachtkoppeling
De warmte die vrijkomt bij bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale of een fabriek gebruik je dan weer. Zo levert de afvalverbrandingsinstallatie
in Alkmaar zijn restwarmte aan het
AZ-stadion.
De voetbalfans zitten er hierdoor weer
lekker warmpjes bij!

Slide 10 - Tekstslide

Dus steeds
duurzamer
In 2021 = 10%
In 2023 = 15 %

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Link

Hoeveel % duurzame energie had Nederland ook alweer?
A
±7%
B
±10%
C
±3%
D
±15%

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel wil Nederland duurzaam zijn, in 2030?

Slide 15 - Open vraag

  • Doel Nederland: 20% duurzame energie
    in 2024
  • Afname CO2 gehalte het belangrijkst
     169,4 ton uitstoot in 1990
    Dus 75 ton in 2030
Zijn we op de goede weg?

Slide 16 - Tekstslide

Doelen Frankrijk:

Slide 17 - Tekstslide

Veranderingen (transitie)
- fossiele brandstoffen verminderen
- Meer energie uit waterkracht halen is lastig omdat dit al bijna maximaal benut wordt, vooral meer in zonne- en windenergie, zoals offshore windparken

om doelen te bereiken

Slide 18 - Tekstslide

Waar haalt Frankrijk haar meeste energie vandaan?
A
Duurzame energie
B
Kerncentrales
C
Bruinkool- en steenkool
D
Aardolie

Slide 19 - Quizvraag

  • Overheid stimuleert de bevolking door middel van subsidies

Slide 20 - Tekstslide

Op welke manieren kan dit?

Slide 21 - Open vraag

4 dimensies van aardrijkskunde
  • Fysische dimensie
  • Economische dimensie
  • Politieke dimensie
  • Sociaal-culturele dimensie

Slide 22 - Tekstslide

Wat: koppel de vier dimensies (fysisch, economisch, sociaal-cultureel en politiek) aan 1 duurzame energiebron en 1 fossiele energiebron
Hoe: kies zelf 1 duurzame en 1 fossiele energiebron en beredeneer ze met de vier dimensies. Pak het boek erbij voor hulp
Hulp: pak het internet erbij als je vastloopt
Tijd: ongeveer 20 minuten 
Uitkomst: een conclusie welke bron het beste is voor Nederland en waarom
Klaar: begin alvast met het maken van §3.4 in je digitale boek

Slide 23 - Tekstslide

4 dimensies van aardrijkskunde
  • Fysische dimensie
  • Economische dimensie
  • Politieke dimensie
  • Sociaal-culturele dimensie

Slide 24 - Tekstslide

Maken §3.4.  afmaken in deze les
en anders is het huiswerk

Slide 25 - Tekstslide