Thema 1 - Leren werken - Taak C

Hoofdstuk 1

 Ik stel mezelf voor

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1

 Ik stel mezelf voor

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag
Aan het eind van deze les​ : 

-weet ik hoe je jezelf voorstelt aan je leidinggevende of collega;




Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken
je stelt jezelf voor aan mensen die je voor het eerst ontmoet.


Als je voor het eerst begint op stage of werk ken je jouw leidinggegevende en collega's nog niet. Je maakt dan kennis met elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Aan wie heb je jezelf wel eens moeten voorstellen?

Slide 4 - Open vraag

Waarom is het belangrijk dat je jezelf voorstelt?

Slide 5 - Open vraag

Wat vind jij spannend aan jezelf voorstellen?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Uitleg I Jezelf voorstellen
Jezelf voorstellen doe je op de volgende manier : 

- Kijk de ander aan.
- Geef de ander een hand.
- Noem duidelijk je naam.
- Vertel wat je komt doen. 

Luister goed wanneer de ander zijn naam noemt, het is belangrijk om deze te onthouden.

Slide 8 - Tekstslide

lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

 4. Lees
Beantwoord de vragen op bladzijde 9 en van je boek. 
Overleg met je schoudermaatje.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

5. een goede eerste indruk
Maak bladzijde 10 uit je werkboek. Je mag samenwerken met je schoudermaatje. 



Slide 14 - Tekstslide

Uitleg I Een praatje maken
Een praatje maken = een kort gesprek voeren met elkaar
de openingsvraag = de eerste vraag
de vervolgvraag = een vraag die je stelt, omdat je meer wilt weten over het antwoord dat iemand gegeven heeft.
vraagwoorden  =  wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe.
Een praatje maken

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3
Je gaat kijken en luisteren naar twee fragmenten waarin twee collega's een praatje maken.

- Waar gaat het praatje over?
- Welke openingsvraag wordt er gesteld? 
- Welke vervolgvraag kan de collega stellen na het laatste antwoord? 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4
Beantwoord de vragen op op blz 44, 45 en 46

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg I Passend taalgebruik
Soms zegt een leidinggevende dat je geen 'u' of 'meneer' hoeft te zeggen. Dan kun je die persoon met 'je' of 'jij' en de voornaam aanspreken.
Passend taalgebruik

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 4
Beantwoord de vragen op op blz 41 en 42 

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg I Een actieve gesprekshouding
Een actieve gesprekshouding

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 5
Je gaat kijken en luisteren naar twee fragmenten waarin twee collega's een praatje maken.

- Welke openingsvraag wordt er gesteld?
- Hebben de collega's een actieve gesprekshouding?
- Welke vervolgvraag kan de collega stellen?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Opdracht 5
Beantwoord de vragen op op blz 47 en 48 

Slide 23 - Tekstslide