Hoofdstuk 6 - Kabinet en regering

Politiek
Basis: hoofdstuk 6
Kader: hoofdstuk 5

Kabinet en regering
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Politiek
Basis: hoofdstuk 6
Kader: hoofdstuk 5

Kabinet en regering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

- Benoemen wie er in de regering zitten.

- Uitleggen hoe een kabinet gevormd wordt: de kabinetsformatie

- Benoemen wat coalitiepartijen en oppositiepartijen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Ons demissionair kabinet (2020)

Slide 3 - Tekstslide

verkiezingen
- kabinet is nu demissionair 
(ze hebben hun ontslag aangeboden). 
- 17 maart 2021 zijn er nieuwe verkiezingen. 

Slide 4 - Tekstslide

De regering en het kabinet
De regering (zie foto)
Ministers en Koning

Het kabinet
Ministers en staatssecretarissen (een soort onderminister die een deel van het beleid van de minister regelt)

Slide 5 - Tekstslide

Verkiezingsuitslag 2021
17 maart 2021 van de Tweede Kamer verkiezingen:
VVD 34 zetels
D66 24 zetels
PVV 17 zetels
CDA 15 zetels
SP 9 zetels
Partij vd Arbeid 9 zetels
GroenLinks 8 zetels
FvD 8 zetels
Partij vd dieren 6 zetels
ChristenUnie 5 zetels
Volt 3 zetels
JA21 3 zetels
SGP 3 zetels

DENK 3 zetels
50Plus 1 zetel
BBB 1 zetel
BIJ1 1 zetel

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Hoe wordt een nieuw kabinet gevormd?

De burgers kiezen de 150 leden van de Tweede Kamer (TK).

1. Na de verkiezingen wordt er een informateur benoemd door de Tweede Kamer. De informateur kijkt welke partijen met elkaar kunnen en willen samenwerken (om een meerderheid te halen in de TK         ).

2. Als bekend is welke partijen met elkaar gaan samenwerken, wordt er een regeerakkoord opgesteld. Hierin staan de plannen voor het regeringsbeleid voor de aankomende 4 jaar.

3. De Tweede Kamer benoemd nu een formateur. Dat is meestal de leider van de grootste partij in het nieuwe kabinet. De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen. De formateur wordt meestal de minister-president, ook wel premier genoemd.

4. De koning benoemd het nieuwe kabinet.


de meerderheid van 150 zetels is (minstens) 76. Een partij haalt na de verkiezingen nooit 76 of meer zetels. Partijen moeten dus samenwerken. Om te kunnen samenwerken kijken partijen naar het aantal zetels en naar de ideeen van de partijen: lijken die op elkaar om te kunnen samenwerken?

Slide 8 - Tekstslide

Coalitiepartijen
De partijen die samenwerken in de regering noemen we coalitiepartijen (of regeringspartijen). Coalitiepartijen sluiten veel compromissen (= afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven) zodat ze samen kunnen werken. 
Op dit moment zijn VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de coalitiepartijen.
Oppositiepartijen
De overige partijen die in de Eerste en Tweede Kamer zitten noemen we de oppositiepartijen. 
Welke partijen zijn dit?
PvdA, GroenLinks, SP, SGP, PVV, Denk, FvD

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Basis (H6): 3, 4, 6 + begrippen: regering en kabinet

Kader (H5): 1 t/m 5, 10, 11, 13, 14, 15
+ begrippen t/m regeerakkoord

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

- Benoemen wat de 4 taken van de regering zijn

- Uitleggen wat het verschil is tussen een monarchie en een republiek

- Benoemen wat de taken van de Koning zijn.

Slide 11 - Tekstslide

5.2 Taken van de regering
De regering (ministers) hebben een aantal taken:
- Bedenken van wetsvoorstellen
- Uitvoeren van nieuwe wetten
- Jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze op Prinsjesdag aanbieden aan het parlement.

Slide 12 - Tekstslide

Minsters en staatssecretarissen

Er zijn verschillende ministeries bijvoorbeeld:

- onderwijs, cultuur en wetenschap

- Buitenlandse zaken

- landbouw, natuur en voedselkwaliteit.


Elk ministerie heeft 1 of 2 ministers en staatssecretarissen.

Zij zijn verantwoordelijk voor:

1. Het maken van wetsvoorstellen

2. Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten

3. het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement ( op prinsjesdag)


Slide 13 - Tekstslide

Staatsvormen


Nederland is een constitutionele monarchie

(een land met een koning die zich aan de grondwet moet houden).


Sommige landen zijn een republiek: Het staatshoofd is dan gekozen door de burgers.

Slide 14 - Tekstslide

Monarchie of republiek?
Nederland is een constitutionele monarchie: een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd (de Koning) zijn beperkt door de Grondwet. In de Grondwet staat dat niet de koning, maar de ministers verantwoordelijk zijn voor het beleid. Dit wordt ministeriele verantwoordelijkheid genoemd: het kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van het land en voor alles wat de koning in het openbaar doet en zegt (zie filmpje in een latere slide)

Amerika is een republiek. Dat betekent dat Amerika een gekozen president als staatshoofd heeft.

Slide 15 - Tekstslide

De Koning
 De koning heeft als staatshoofd een aantal belangrijke taken: 

- Het plaatsen van een handtekening onder nieuwe wetten. 
- Benoemen van nieuwe ministers en burgemeesters.
- Het overleggen met de minister-president over het kabinetsbeleid. 
- Vertegenwoordigen van Nederland in het buitenland.
- De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.


Slide 16 - Tekstslide

Monarchie
Nederland is een constitutionele monarchie:  een koninkrijk met een grondwet waar het staatshoofd zich aan moet houden. 

Ministeriële verantwoordelijkheid: kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van het land + wat de koning zegt en doet. 
Taken van de koning: 
  1. Symbolische functie handtekening plaatsen onder alle wetten.
  2. Ceremoniële functie troonrede voorlezen op prinsjesdag. 
  3. Representatieve functie Nederland vertegenwoordigen in het buitenland. 

Slide 17 - Tekstslide

Prinsjesdag
Op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. De koning leest dan de troonrede voor. De troonrede wordt geschreven door de ministers. In de troonrede staan de plannen voor het komende jaar.
Ook wordt op Prinsjesdag de miljoenennota gepresenteerd door de minister van Financiën. De miljoenennota is een overzicht van de belangrijkste inkomsten en uitgaven van het komende jaar. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

Slide 21 - Video

Maken
Basis (H6): 1, 2, 5, 7 t/m 12
+ begrippen en samenvatting

Kader (H5): 6 t/m 9, 12, 16 t/m 20
+ begrippen en samenvatting

Slide 22 - Tekstslide