In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bonjour!
H1 les 1 un. deux, splash!
Slide 1 - Tekstslide
Le programme
correction des devoirs
overhoren
lire
Les devoirs (het huiswerk)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
leren.wrts.nl
Slide 5 - Link
Exercice 9
Slide 6 - Tekstslide
Tekst 1
Slide 7 - Tekstslide
Lis le test Quel vacancier es-tu? Sleep het plaatje naar de vraag uit de tekst waar het bij hoort.
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 4
Vraag 3
Vraag 5
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4
Vraag 5
Slide 8 - Sleepvraag
Doe de test. Welke uitslag komt er bij jou uit?
Slide 9 - Open vraag
Kijk naar de informatie over de jongeren. Welke uitslag zullen zij op de test krijgen? 100% zen, fun of sportif?
Vraag 1
Vraag 3
Vraag 5
Isabelle est une fille très athlétique. Elle adore faire de l'escalade et se promener. Son endroit préféré: les Alpes. Elle est 100% ...
Thierry adore la photographie. Il fait du surf et il aime le beau temps. Sa ville préférée: Nice. Il est 100% ...
Abdou n'aime pas les grandes villes. En vacances, il veut être indépendant. Il adore la faune et la flore. Son endroit préféré: l'ile Bora Bora. Il est 100% ...
100% ZEN
100% SPORTIF
100% FUN
Slide 10 - Sleepvraag
Lis de nouveau le texte Quel vacancier es-tu? Combine.
Vraag 1
Premier jour de vacances. Qu'est-ce que tu penses?
Tu pars en vacances où et avec qui?
Tu as gagné 1 million d'euros au loto. Tu vas où?
Tu es sur une ile déserte. Qu'est-ce que tu fais?
Pourquoi tu as passé de bonnes vacances? Car...
De vakantie is begonnen!
Een verlaten tropisch eiland
Waar en met wie?
Een geslaagde vakantie
Jouw droombestemming
Slide 11 - Sleepvraag
Lis de nouveau le texte Quel vacancier es-tu? Lis les questions et choisis la bonne réponse.
Angela vindt school vreselijk. Welk antwoord kiest zij bij vraag 1?
A
A
B
B
C
C
Slide 12 - Quizvraag
Camille vindt het leuk om nieuwe vrienden te maken. Welk antwoord kiest zij bij vraag 2?
A
A
B
B
C
C
Slide 13 - Quizvraag
Roger is een echte bergbeklimmer. Welk antwoord kiest hij bij vraag 3?
A
A
B
B
C
C
Slide 14 - Quizvraag
Elisa houdt van bewegen en sport iedere dag. Welk antwoord kiest zij bij vraag 4?
A
A
B
B
C
C
Slide 15 - Quizvraag
Raoul is heel handig. Welk antwoord kiest hij bij vraag 5?