reporteros 1 unidad 3

reporteros 1 unidad 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

reporteros 1 unidad 3

Slide 1 - Tekstslide

Familie/ personen beschrijven
TB 4, p. 53
TB 5, p. 53





Edad = Tiene (45) años
Relación familiar = Es mi (hermano)
Carácter = Es (inteligente y sociable)
Aspecto físico = Tiene el pelo castaño y corto y los ojos marrones.
Poderes = Mi hermano cocina muy bien. 

Slide 2 - Tekstslide

Je huis beschrijven:
TB 1, p. 54
TB 2, p. 54
TB 3, p. 54
TB 4, p. 55
En mi casa hay ....
(una cocina, un salón-comedor....)
En mi habitación hay ....
(una cama, un escritorio...)
 

Slide 3 - Tekstslide

Je huis beschrijven:

TB 2, p. 54
TB 3, p. 54
TB 4, p. 55
En mi casa hay ....
(una cocina, un salón-comedor....)
En mi habitación hay ....
(una cama, un escritorio...)
 

Slide 4 - Tekstslide

WB 4, p. 48
Hulp:  
hijo de María
abuelo de Vicente
hermana de Vicente.
invisibilidad (= onzichtbaarheid)
cariñoso (=lief)
10 años
X



WB 8, p. 50 (gebruik de stamboom op p. 47)
Nee, het is zijn... = No, es su ...
Nee, het zijn zijn... = No, son sus ....

WB 9, p. 50
Dit is mijn broer = Este es mi hermano / Met = con

Uitleg bezittelijk vnw (Blok A, TB p. 58)
fragmento

Slide 5 - Tekstslide

WB 11, p. 51
b. wonen in  = viven en
c. enig kind = hijo único/ hija única
d. één manier is genoeg
e. (no) vive con su madre, pero con su padre 


WB 12, p. 52
los deberes = het huiswerk
a. Ernesto habla con sus amigos/ su profesora.
b. Yo ordeno ....
c. Alberto y yo estamos en ...
d. Tú haces .....
e. Óscar y tú chateáis con ...

WB 13, p. 52
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

WB 5, p. 54
huis
kamers
kamer
WIFI - een tv
een tuin - dieren
kippen - schildpadden
groot
WB 4, p. 54
Gebruik un/una voor het eerste woord.


WB 6, p. 55
En este dibujo hay = op deze tekening zijn er ...
WB 7, p. 55
WB 8, p. 56
WB 9, p. 56
WB 10, p. 57
partes de la casa = plekken in huis
electrodomésticos = apparaten
fragmento

Slide 7 - Tekstslide

TB 1, p. 56
> uitleg kleuren.






WB 11 + 12, p. 63
WB 13, p 64
el escritorio
blanco
gris
la silla
blanca
gris
los escritorios
blancos
grises
las sillas
blancas
grises
zoals blanco/a(s)



zoals gris(es)



Slide 8 - Tekstslide

TB 2, p. 56
Oscar tiene que ....
TB 3, p. 56
Tengo que ....

Uitleg:
> ¿Tienes que poner la mesa?
< Sí, tengo que poner la mesa.
tener = hebben
tener que + ww = moeten
(denk aan "have to")




tengo que
ik moet
tienes que
jij moet
tiene que
hij/zij/u moet
tenemos que
wij moeten
tenéis que
jullie moeten
tienen que
zij moeten
WB 5, p. 60
WB 7, p. 61
WB 8, p. 62

Slide 9 - Tekstslide

TB 4, p. 57
a. Welke twee dingen doet de jongen? Wat is "una tarea doméstica".
b. Waarom win je tijd als je de taken verdeelt?
Uitleg:
Werkwoorden vervoegen,
zie schema hiernaast




poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
ponemos
hacemos
lavamos
wij
ponéis
hacéis
laváis
jullie
ponen
hacen
lavan
zij
WB 3, p. 59
WB 4, p. 60
WB 6, p. 61

Slide 10 - Tekstslide

poner
hacer
lavar
pongo
hago
lavo
ik
yo
pones
haces
lavas
jij
pone
hace
lava
hij/zij/u
el/ella/
usted
ponemos
hacemos
lavamos
wij
nosotros/as
ponéis
hacéis
laváis
jullie
vosotros/as
ponen
hacen
lavan
zij
ellos/ellas/ ustedes

Slide 11 - Tekstslide

La ventana pp. 48 & 49
 Nochebuena en Perú y en España: Kerstavond in Peru en Spanje. 
1. > wat doen ze precies en wat eten ze op kerstavond?
El Belén: de kerststal
2. > Welke figuren vind je in een kerststal en welke stal is typisch voor Spanje en welke voor Costa Rica en waarom?
El día de Reyes: Driekoningen:
3. >  waar of niet waar? a. de optocht is op 5 januari/ b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes/ c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1:
Peru: Ze gaan naar de kerstmis, ze hebben een kerstdiner met kalkoen, appelmoes en met panetón & warme chocolade. Ze hebben een kerststalletje en een kerstboom neergezet, ze openen kadootjes en zingen kerstliedjes. 
Spanje: Er is 24 december een kerstdiner met zeevruchten en turrón (nougat)
 

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 2:
In een kerststal vind je minimaal Maria, Jozef en het kindje Jezus. Er staan ook vaak dieren, herders, engeltjes en de drie koningen Melchior, Caspar en Balthasar.
In Costa Rica ziet de kersstal er anders uit omdat er ook bloemen worden gebruikt, vooral orchideeën.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 3:
a. de optocht is op 5 januari > waar
b. stoute kinderen krijgen geen kadootjes > waar, die krijgen houtskool (van suiker ;)
c. alle kinderen ontvangen kadootjes van de kerstman én de drie koningen > niet waar, álle kinderen krijgen kadootjes met drie koningen (6 januari) en veel kinderen krijgen ook kadootjes van de kerstman.

Slide 15 - Tekstslide

overige info drie koningen
- el roscón de Reyes is een driekoningentaart. In de taart zit een beeldje, degene die die vindt, is de koning van de dag en krijgt een kroon.
- Er zit ook een boon in, heb je die, dan moet je het jaar erna de taart betalen.

Slide 16 - Tekstslide