Paragraaf 3.1b + 3.2a

Paragraaf 3.1b + 3.2a
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp. 
Leg je schrift open. 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 3.1b + 3.2a
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp. 
Leg je schrift open. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:

Ik kan met een berekening controleren of een punt op een grafiek ligt. 

Ik kan uit de formule van een lijn de richtingscoëfficiënt en de coördinaten van het snijpunt met de y-as aflezen. 

Planning:

Uitleg theorie 3.1b

Uitleg theorie 3.2a

Aan de slag.

Slide 2 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Controleren of een punt op een grafiek ligt. 

Slide 3 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt A(6,5) op de grafiek ligt. 
y=2x7

Slide 4 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt A(6,5) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.

y=2x7
y=267
Uitwerking.

Slide 5 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt A(6,5) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.

y=2x7
Uitwerking.
y=267
y=127=5

Slide 6 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt A(6,5) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.
Stap 3: Controleer of je antwoord van stap 2 
hetzelfde is als het y-coördinaat van het punt. 

y=2x7
Uitwerking.
y=267
y=127=5
5=5

Slide 7 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt A(6,5) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.
Stap 3: Controleer of je antwoord van stap 2
hetzelfde is als het y-coördinaat van het punt. 
Stap 4: geef een conclusie. 
y=2x7
Uitwerking.
y=267
y=127=5
5=5
Dus punt A ligt op de grafiek

Slide 8 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt B(-8,-9) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.

y=2x7
Uitwerking.
y=287

Slide 9 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt B(-8,-9) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.

y=2x7
Uitwerking.
y=287
y=167=23

Slide 10 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt B(-8,-9) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.
Stap 3: Controleer of je antwoord van stap 2
hetzelfde is als het y-coördinaat van het punt. 

y=2x7
Uitwerking.
y=287
y=167=23
239

Slide 11 - Tekstslide

Punten op grafieken.
Gegeven is de formule 
Controleer of het punt B(-8,-9) op de grafiek ligt. 
Stap 1: Vul het x-coördinaat in op de plek van x.
Stap 2: Bereken wat er uitkomt voor y.
Stap 3: Controleer of je antwoord van stap 2
hetzelfde is als het y-coördinaat van het punt. 
Stap 4: geef een conclusie. 
y=2x7
Uitwerking.
y=287
y=167=23
239
Dus punt B ligt niet op de grafiek.

Slide 12 - Tekstslide

Ligt het punt (3, 10) op de grafiek van

y=2x+2
A
JA
B
NEE

Slide 13 - Quizvraag

Ligt punt (7,20) op de grafiek van ..?
y=3x1
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Ligt punt (40,121) op de grafiek van ..?
y=3x1
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Ligt het punt (5, 12) op de grafiek van

y=2x+2
A
JA
B
NEE

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 3.2a
de formule y=ax+b

Slide 17 - Tekstslide

De formule y=ax+b
Bij een lineair verband tussen x en y hoort een formule in de vorm: y=ax+b

Slide 18 - Tekstslide

De formule y=ax+b
Bij een lineair verband tussen x en y hoort een formule in de vorm: y=ax+b
bijvoorbeeld: y=-2x+5

Slide 19 - Tekstslide

De formule y=ax+b
Bij een lineair verband tussen x en y hoort een formule in de vorm: y=ax+b
bijvoorbeeld: y=-2x+5
a=-2 en b=5

Maar waar staan die a en b voor?

Slide 20 - Tekstslide

De formule y=ax+b
Bij een lineair verband tussen x en y hoort een formule in de vorm: y=ax+b
bijvoorbeeld: y=-2x+5
a=-2 en b=5

Maar waar staan die a en b voor?
a = Richtingscoëfficiënt --> Deze geeft aan hoeveel je omhoog of omlaag haat als je er 1 naar rechts gaat. 

Slide 21 - Tekstslide

De formule y=ax+b
Bij een lineair verband tussen x en y hoort een formule in de vorm: y=ax+b
bijvoorbeeld: y=-2x+5
a=-2 en b=5

Maar waar staan die a en b voor?
a = Richtingscoëfficiënt --> Deze geeft aan hoeveel je omhoog of omlaag haat als je er 1 naar rechts gaat. 
b = Startgetal --> Het snijpunt van de grafiek met de y-as. 

Slide 22 - Tekstslide

Richtingscoëfficiënt.
Wanneer de a:
een positief getal is --> gaat het over een stijgende lijn.
een negatief getal is --> gaat het over een dalende lijn.

Slide 23 - Tekstslide

Richtingscoëfficiënt.
De richtingscoëfficiënt is altijd het getal voor de x. Is er geen x dan is er ook geen richtingscoëfficiënt.

Zijn er 2 formules met hetzelfde getal voor de x dan lopen de lijnen evenwijdig. 

Slide 24 - Tekstslide

In de formule

y = ax +b
A
b is snijpunt x-as a is snijpunt y-as
B
a = richtingscoefficient b = snijpunt x-as
C
b= richtingscoefficient x is de snijpunt x-as
D
a is richtingscoefficient b is snijpunt y-as

Slide 25 - Quizvraag

In de formule y = 2x - 3 is..


A
a = -3 en b = 2
B
a = 2 en b weet je niet
C
a = 1 en b = 1
D
a = 2 en b = -3

Slide 26 - Quizvraag

Welke formule krijg je als je bij
y = ax + b kiest
a = -2 en b = 7
A
7 = -2a + b
B
y = -2a + 7
C
y = 7x - 2
D
-2a = 7a + b

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag
Maak de volgende opgaven:
Basis: 11, 13, 18, 19 en 21
midden: 11, 13, 18, 19 en 21
Uitdagende: 11, 13, 18, 19 en 21
blz. 110 t/m 113

Ben je klaar mag je iets voor jezelf doen. 
Werken in stilte

Zachtjes overleggen

Er mag gepraat worden.

Slide 28 - Tekstslide

Afsluiting
Vrijdag 8 december heb je repetitie over hoofdstuk 3.

Heb je de opgaven nog niet af is het huiswerk voor vrijdag.
Maak de volgende opgaven:
Basis: 11, 13, 18, 19 en 21
midden: 11, 13, 18, 19 en 21
Uitdagende: 11, 13, 18, 19 en 21
blz. 110 t/m 113

Slide 29 - Tekstslide